Een restje Australie en een frisse start in Nieuw-Zeeland
Zoals beloofd in deze nieuwe entry aandacht voor de Koala's. Op de dag dat we aankwamen in Port Macquarie hadden we nog een middag de tijd om te ontspannen. Dus besloten we om naar het plaatselijke
Koala Hospital te gaan, alwaar allerlei gewonde Koala's die in de omgeving van Port Macquarie gevonden zijn verzorgd en uiteindelijk, als dat nog mogelijk is, weer teruggezet worden in de natuur.
Het bleek een vrij klein terrein met een stuk of 12 'kooien' of omheinde veldjes van verschillende grootte te zijn, waarin de gewonde Koala's woonden. Ook was er een Intensive Care Unit met plek
voor 2 Koala's, deze laatste mochten we om voor de hand liggende redenen niet zien. Tweemaal per dag worden de Koala's gevoerd en op die tijdstippen start tevens een rondleiding door het
ziekenhuis. We kregen die middag een hele leuke en enthousiaste uitleg van een vrijwilligster over wat welke Koala mankeerde en hoe het herstel ervoor stond. Ondertussen waren andere vrijwilligers
bezig de dieren te voeren, meestal kregen ze melk. Een heel leuk gezicht! De rest van de middag hebben we besteed aan chillen en tennis kijken (inmiddels was het alweer tijd voor de
vrouwenfinale).
De volgende dag na het ontbijt een wasje gedraaid en buiten opgehangen en toen opweg naar het centrum om een verhaal op internet te zetten. Terwijl we daar mee bezig waren barstte de hemel open in
een bulderende regenbui! Tom is dus maar snel terug naar het Motel gereden om in de stromende regen de was binnen te halen en in de plaatselijke wasserette te laten drogen, terwijl Yvonne het
verhaal verder ging schrijven. Na een half uur kwam Tom zeiknat weer terug.... Gelukkig werd het beter weer zodat we na de lunch nog lekker naar buiten konden. In totaal 2 uur langs de kust van
Port Macquarie gelopen en verschillende lookouts bekeken. Het was weer een mooi uitzicht. Aan het begin van de avond was het tijd voor de tennis herenfinale, die we met spanning gevolgd
hebben...
Op 1 februari zat ons Australie avontuur er alweer bijna op; nog 1 bestemming te gaan: de Blue Mountains. Vanaf Port Macquarie was het nog ongeveer 500 kilometer rijden naar Katoomba, de grootste
stad in de Blue Mountains. Na een voorspoedig verlopen rit, met enige regen onderweg, kwamen we ergens in de loop van de middag aan bij ons Hotel Gearin, dat in 1880 is gebouwd. Van buiten zag het
er best netjes uit en ook binnen was het redelijk. Het was recentelijk opgeknapt en alhoewel de faciliteiten een beetje ouderwets waren, was alles schoon. Aan het eind van de middag nog naar het
beroemde uitzichpunt van 'The Three Sisters' geweest (zie foto en banner) en een kleine wandelroute gedaan om verschillende andere uitzichten te bekijken. Wederom een heuvelachtig gebied met mooie
vergezichten en een blauwe waas over de horizon (vandaar de naam Blue Mountains). Die avond weer eens uit eten geweest en op tijd naar bed gegaan na een lange dag.
De volgende dag was onze laatste hele dag in Australie, een dag waarop de Blue Mountains op het programma stonden. De dag begon helaas met regen, maar het klaarde gelukkig in de loop van de ochtend op. Eerst zijn we naar Blackheath gegaan, een plaatsje verderop in het Blue Mountains gebied. Daar hebben we twee verschillende zeer mooie uitzichten bekeken over een oneindig verstrekkend landschap met begroeide heuvels. Ook hebben we daar nog een Heritage Walk gedaan, best aardig. Na de lunch eerst terug in Katoomba op zoek gegaan naar wat boeken, omdat onze voorraad er alweer doorheen was. Ook hebben we de auto een beetje schoongemaakt omdat we die de volgende dag om 9.00 uur weer in moesten leveren op de luchthaven van Sydney. Na het wassen van de auto zijn we naar Leura gereden, vlakbij Katoomba, om daar de plaatselijke Cascades te bekijken, de beroemde terraswatervallen. Best wel aardig, maar niets schokkends (of raken we verwend?). Tot slot ook nog naar de Wentworth Falls gegaan. Dat is een behoorlijke toeristische bestemming, met speciale parkeerplekken voor tourbussen. Gelukkig was het niet zo heel druk. Er bleek inderdaad een waterval te zijn, maar er was maar heel erg weinig water, dus die was niet zo spectaculair. Welke mooie uitzichtpunten en grappige foto's van onszelf gemaakt. Al met al een zeer geslaagde laatste hele dag in Australie.
Op 3 februari was ons vertrek uit Australie en de vlucht naar Nieuw-Zeeland een feit. Volgens de routeplanner was het nog bijna 2 uur rijden naar de luchthaven, dus vertrokken we om 6.45 uur zodat we ruim voor 9.00 uur onze auto konden inleveren. Tenminste, dat dachten we... Helaas bleek het zeer slecht weer te zijn met mist en harde regen. Bovendien stonden welhaast alle snelwegen rondom en door Sydney vast met langzaamrijdend en stilstaand verkeer. Shit! Dat maakte de rit tot een lange onderneming. Uiteindelijk hebben we er 2 uur en 45 minuten over gedaan. Onze auto leverden we dus 30 minuten te laat in, maar dat was gelukkig geen probleem. Toen snel ingecheckt (natuurlijk waren de plekken met extra beenruimte alweer aan een of andere pigmee toebedeeld) en om 11.45 uur vetrokken we dan richting Auckland. De vlucht viel heel erg mee. Het duurde ongeveer 3 uur, maar met stijgen en landen erbij is het zo voorbij. Dat was maar goed ook, aangezien de stoelen smal waren en er nogal een brede man naast Yvonne zat waardoor ze niet bepaald ontspannen kon zitten. Bij de douane moesten we onze wandelschoenen afgeven, die vervolgens schoongemaakt werden. Daar moesten we wel een tijdje op wachten. Verder geen bijzonderheden waardoor we vrij snel de shuttle-bus konden opzoeken die ons naar ons hostel in Auckland zou brengen. Die rit duurde toch nog meer dan een half uur. Uiteindelijk waren we rond 19.00 uur in het hostel en we waren duidelijk niet de enigen die wilden inchecken. Het hostel had dan ook 500 bedden dus het was een constant komen en gaan van gasten. Inmiddels hadden we behoorlijk honger gekregen en gingen we, nadat we onze double room hadden bekeken, het centrum van Auckland in. Al vrij snel kwamen we een foodcourt tegen, waar we voor 10 dollar per persoon (5 euro) een heerlijke Indiase maaltijd kregen. Het is weer even wennen aan de pijzen en het omrekenen, in Australie was de dollar nog zo'n 60 cent waard, in Nieuw-Zeeland 50 cent. We gingen niet al te laat slapen aangezien we een lange dag hadden gehad en we uitgeslapen wilden zijn voor de eerste rit met de camper!
De volgende dag werden we om 9.30 uur opgehaald door James van Kiwi Campers. We hadden enorm veel zin om te camper te inspecteren en er ons huisje van te maken voor de komende 24 dagen. In het kantoor aangekomen moesten we wat papier-werk doorwerken en wat handtekeningen zetten en toen een inspectieronde gedaan om schade te noteren. Onze camper is een Toyota Hiace uit 2003 die er nog erg goed uitziet. Oorspronkelijk is het een Kea camper geweest (het logo kun je nog vaag zien) maar na een paar jaar gaat het dan over in een ander, goedkoper merk, in dit geval Kiwi campers. Er zit een klein keukentje met 2 gaspitjes, een koelkast, spoelbak en magnetron in, naast veel kastjes met opbergruimte en servies, potten, pannen, handdoeken, theedoeken, beddengoed, etc. Heel compleet dus. Deze keer geen automaat, maar handgeschakeld dus dat was even wennen voor Tom. Het deed hem denken aan de verhuisbus die we gebruikt hadden om onze spullen in Nederland op te slaan. We hadden mazzel dat we er een TomTom bij kregen (hadden we erbij onderhandeld) want daardoor hoef je niet meteen in de kaarten te duiken. Gewoon het adres van onze eerste camping invoeren en, klaar! We hebben onze backpacks gewoon maar even achterin gegooid en zijn op weg gegaan. Onderweg naar Coromandel, waar we onze eerste nacht gepland hadden, kwamen we door het plaatsje Thames, waar we een grote supermarkt ontdekten. Dat kwam mooi uit, konden we gelijk onze camper vol laden met boodschappen. Ze verkopen hier weer gewoon alcohol in de supermarket (in Australie moest je daarvoor naar een aparte winkel) en dus namen we een flesje wijn mee om te vieren dat we de camper hadden. We moesten wel even lachen toen een vrouw ons bij de kassa om een ID bewijs vroeg, maar ze maakte geen grap. Hmm, een compliment of een belediging?? Niet lang daarna vonden we een perfecte picknickplaats, aan een baai, waar we onze tafel en stoelen (die we erbij hadden gehuurd) konden uitproberen. Geen lullige klapstoeltjes gelukkig maar degelijke vissersstoeltjes met leuning. Broodjes smeren en dan genieten van het prachtige uitzicht. Nieuw-Zeeland bevalt ons prima tot nu toe! En het leven in de camper is ook goed, heerlijk om je bed bij je te hebben en dingen in de koelkast te kunnen bewaren. In de middag kwamen we aan op de camping bij Shelly Beach in Coromandel. We boekten een plek met electriciteit voor 2 nachten en toen konden we de camper gaan inrichten met onze spullen. Heel veel opbergruimte voor kleding enzo is er niet, maar we hebben ook niet heel veel bij ons dus dat scheelt. Toen moesten we toch nog even een supermarkt opzoeken want we waren de eerste keer typisch weer dingen vergeten als afwasmiddel, vaatdoekjes, keukenrol etc. ‘s Avonds heerlijk gekookt en nog van de zonsondergang genoten op Shelly Beach. De tweede dag gingen we richting Cathedral Cove rijden. Dat was nog een aardige rit over bochtige weggetjes waar we prachtige uitzichten hadden. Nieuw-Zeeland is echt een prachtig land! We hebben gehoord dat het Zuider Eiland nog veel mooier is, dus dat belooft wat! We konden de camper parkeren en het laatste stuk lopen naar een mooi strand wat ons qua uitzicht deed denken aan de twelve aposteles bij de Great Ocean Road (wat we in 2005 gezien hebben) of Halong Bay in Vietnam. Teruglopen was nog een hele klim, waar we regelmatig moesten stoppen om weer even op adem te komen (we worden ook een dagje ouder). ‘s Middags weer teruggegaan naar de camping en wat boodschappen gedaan in Coromandel. De mensen in de winkels, vooral in supermarkten zijn uitzonderlijk vriendelijk. Je gaat het bijna verdacht vinden maar het lijkt oprecht. Dat zijn we in Nederland niet zo gewend.
De volgende dag gingen we naar Rotorua. Omdat we vroeg vertrokken kwamen we daar redelijk op tijd aan, het was een rit van zo'n 3,5 uur. We hadden in de handige accomodatiegids die bij de camper zat een leuke, betaalbare (13 euro per nacht) camping geworden met plaatsen direct aan het meer, niet ver van het centrum van Rotorua af. ‘s Middags gingen we naar de Polynesian Spa, een complex met verschillende zwembaden, de warmste 42 graden, die sulphur bevatten, wat heel goed is voor je huid en om je spieren te ontspannen. Het stinkt er wel enorm naar rotte eieren, maar daar wen je wel aan. De warmste baden zijn niet altijd fijn, we werden er flauw van en ons hart ging tekeer, maar de iets minder warme waren heerlijk. Daar hebben we een paar uur besteed en toen weer richting de camping. We moesten nog even Kiwi Campers bellen voor een probleem met 1 van de 2 gaspitjes, maar dat probleem konden we over de telefoon verhelpen. Goede service! ‘s Avonds genoten van een stuk verse Nieuw-Zeelandse zalm, genieten...
Reacties
Reacties
Wordt een beetje eentonig, maarrrr......JALOERS! Wat een heerlijk vrij leventje hebben jullie nu...enjoy!!
Ah, Polynesian Spa. Zijn wij niet geweest, maar daarnaast zat volgens mij Hell's Gate. Waar je de thermische activiteit en borrelende putten kan aanschouwen. Zijn jullie daar nog geweest? Als je daar een stukje de weg blijft volgen en dan opeens linksaf de weg af gaat, dan kom je na tien minuten rijden op een onverharde weg uit bij de bed & breakfast waar wij 2 nachten hebben gelogeerd. Erg mooi. direct aan het meer. Maar niet het Rotorua meer.
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}