tomenyvonne.reismee.nl

Vergezichten in Queensland en New South Wales

Nadat we in Mackay waren aangekomen konden we al snel inchecken in het Gecko's Rest Backpackers Hostel. Er was een vrij grote algemene keuken dus we konden weer eens zelf koken! Mackay zelf is best leuk, vrij klein maar er is aardig wat leven op straat. De eerste dag hebben we vooral wat rondgelopen, ge-internet, smoothies gedronken (zo lekker...) en gerelaxed. De tweede dag zijn we de Kinchant Dam gaan bekijken, maar dat bleek meer een aarden wal en een groot meer te zijn, en hebben we geprobeerd naar de Finch Hatton Gorge te rijden. Delen van de weg er naartoe waren door de recente regen ondergelopen. Na de eerste twee plasjes doorgereden te hebben met onze dappere Getz, maar daarna werd het ons wat te gortig (met ons 4x4 avontuur op Magnetic Island in ons achterhoofd) en dus zijn we maar omgekeerd en doorgereden naar het Eungella National Park. Vanaf dat park konden we wat wandelingen doen, uitzichten bekijken en genieten van de mooie omgeving. Je kunt daar de Platypus in het wild bekijken, maar wij hadden helaas niet het geluk er een te zien. Wel hebben we heel veel schildpadden en brush-turkeys gezien, de laatsten waren vooral geinteresseerd in de broodkruimels van onze lunch. Er zijn nergens in het park prullenbakken te vinden, aangezien dat dieren aantrekt. Je moet dus al je afval meenemen en ergens anders weggooien.

De dag erna reden we van Mackay naar Bundaberg. Dat was een aardig lange rit, waardoor we pas eind van de middag aankwamen. We dachten dat het makkelijk zou zijn om een slaapplaats te vinden, maar niets bleek minder waar. Alle double-rooms waren al bezet in de hostels en we hadden niet zo'n zin om in een dorm-room te slapen. Dus gingen we maar de vele motelletjes langs, die uiteraard wat duurder waren. Uiteindelijk maar ergens ingecheckt waar het nog enigszins betaalbaar was, en het viel niet tegen.

De volgende dag gingen we naar Noosa Heads, een populaire badplaats onder de backpackers. We verbleven in een leuk hostel, Noosa Backpackers Resort, wat helaas geen airco in de kamer had. Het kostte nog best wat moeite om het hostel te vinden aangezien we geen uitgebreide kaart hadden en de beschrijving op onze hostel-boeking wel erg summier was. Een paar rondjes rijden later toch gevonden en ingecheckt. Later gelijk maar van het heerlijke weer gebruik gemaakt en met een shuttle-busje van het hostel naar het strand gegaan. Daar een paar uurtjes gelegen en gelezen en toen terug naar het hostel om te koken. Over het algemeen koken we alleen makkelijke dingen, waar niet teveel pannen voor nodig zijn. Pannen en kookgerei zijn schaars in hostels, zeker als er op dat moment meer mensen op het idee zijn gekomen om te koken. We eten dus dingen als maaltijdsalade, pasta, rijst, magnetron-aardappels etc. In Noosa hadden we twee nachten geboekt dus de volgende dag hadden we de hele dag de tijd om Noosa te verkennen. Het is een leuk, relaxed, surf-plaatsje, waar je zowel heerlijk aan het strand kan liggen (hier geen stinger-waarschuwingsborden gezien) als aan de Noosa-river. Dat tweede hebben wij die dag gedaan. We konden in de schaduw zitten en je kunt prima zwemmen in de rivier. Wat mooie huizen met aanlegsteigers gezien waarvan we het helemaal niet erg zouden vinden als dat ons vakantiehuisje was...

Vanuit Noosa gingen we de volgende dag iets meer het binnenland in. In onze drivers-atlas hadden we een mooie route van 137 kilometer gezien die in Noosa startte en in de Glass House Mountains eindigde. Het plaatsje Caloundra, wat vlakbij de eindbestemming ligt, had een leuk backpackershostel dus daar hadden we een nacht geboekt. We stopten die dag eerst bij Eumundi, waar we koffie hebben gedronken. Omdat het Australia-day was, waren veel winkeltjes gesloten dus viel er verder niet veel te bekijken. We hebben dus geen kans gehad om de beroemde Eumundi markt te bekijken (jammer...). We reden door en stopten bij de ginger-factory in Yandina. Dit was een soort thema-park waar ze alles wat met gember te maken heeft kweken, maken en verkopen. Best grappig om hier even rond te lopen. Nog heerlijke zelfgemaakte fudge met macademianoten gekocht (wat dit dan weer met gember te maken heeft ontschoot ons). Later die dag reden door allemaal schattige kleine plaatsjes heen, zoals Montville (met een heel fout Duits klokmakerswinskeltje) en door een prachtig natuurgebied, met vele uitkijkpunten. Hier konden we aardig wat foto's maken... Vooral de Glass House Mountains waren erg indrukwekkend en we zijn dan ook meerdere keren langs de weg gestopt om van dit uizicht te genieten. Aan het eind van de middag kwamen we aan in Caloundra. Die avond besloten we om ergens wat te gaan eten want we hadden niet heel veel zin meer om te koken. De tentjes langs het strand, waarvan de man bij het hostel had gezegd dat er veel opties waren, bleken er niet te zijn. Vreemd... Maar na een paar kilometer lopen hadden we ook niet veel zin meer om verder te zoeken. Dan maar een pizza halen in het centrum, stuk dichterbij. Vroeg gaan slapen want de volgende dag hadden we weer een lange rit naar Coffs Harbour voor de boeg.

De 27ste was het tijd door te reizen naar Coffs Harbour, een rit van ongeveer 500 kilometer. We zouden maar 1 nacht in het plaatselijke Formule 1 hotel doorbrengen, want onze eigenlijke bestemming waren Bellingen en Dorrigo, een stukje verder landinwaarts. Na een voorspoedige rit door het laatste restje Queensland en het noorden van New South Wales, kwamen we aan het eind van de middag aan in Coffs Harbour. De rest van de dag hebben we niet veel gedaan, alleen gechilled op de kamer, plannen gemaakt voor de komende 2 dagen en (weer) pizza gegeten in Coffs.

Onze eerste bestemming de volgende dag was een oer-Hollands toeristische mini-Madurodam dat The Clog Barn heette. Voor 5 dollar p.p. kon je een stuk of 30 verschillende op schaal gemaakte ‘Hollandse scenes' bekijken. Dat varieerde van Muiderslot tot de kaasmarkt van Alkmaar en de molens van Kinderdijk. Best grappig, maar niet alles was in een even goede staat. Naast een souvenirschop en een klompenmakerij, zat er ook een cafe dat ‘Big Oma's Cafe' heette. Daar hebben we voor het eerst sinds ons vertrek weer een zelfgemaakte kroket gegeten. Beetje klein, maar het smaakte prima! Na ons Hollandse tripje reden we in een keer door naar Bellingen, wat ongeveer 30 kilometer landinwaarts ligt. Zodra je de Pacific Highway verlaten hebt begint een prachtige provinciale weg door het groene landschap te slingeren. In Bellingen aangekomen even rondgelopen en naar de toeristeninformatie gelopen. Wat folders van de tientallen(!) nationale parken in de regio meegenomen en, omdat het wederom een warme dag was, gevraagd waar we konden zwemmen. Er bleek een mooie kreek met de geweldige naam Never Never Creek in het gebied te lopen, daar kon je picknicken en zwemmen. De rit erheen was al even fantastisch als de weg naar Bellingen. Na ongeveer 20 minuten kwamen we aan bij de Never Never Creek Picnic Area, maar helaas bleek er maar heel weinig water in de kreek te staan (en leek het meer op de Ourthe in de Ardennen dan op een swimming hole), zwemmen was dus geen optie. Daarom nog maar verder gereden door het waanzimnnig mooie Promised Land (weer zo'n mooie naam). Een groot deel van die weg bleek over gravel roads te gaan, oppassen voor de huurauto dus! Maar wat een mooie weg en wat een ongelooflijke bestemming. Weidse vergezichten over een prachtig heuvellandschap in ontelbare schakeringen groen, waar de Black Angus in kleine kuddes grazen en waar de beboste uitlopers van de Great Dividing Range de achtergrond domineren. Het lijkt voorwaar op het beloofde land! Via een eveneens zeer mooie binnenweg zijn we vervolgens richting Dorrigo gereden, het plaatsje waar we 2 nachten zouden verblijven in het plaatselijke Dorrigo Heritage Hotel Motel. Vanaf het dorpje Thora kwamen we weer op de Waterfall Way, de provinciale weg die van Uringa een de kust tot aan Armidale 200 kilometer verder weg loopt. Vlak na Thora beginnen de heuvels van Dorrigo, en loopt een weg die met oneindig veel bochten omhoog slingerd. Onderweg wederom weidse uitzichten en zelfs twee watervallen! Dat is nog eens een toeristische route. Na 20 kilometer rijden kwamen we op de ‘top' van de 752 meter hoge Dorrigo Mountain aan, alwaar het dorpje zelf ligt. Vrij snel kwam ons Hotel Motel in zicht. Het bleek er van de buitenkant en van een afstand best aardig en historisch uit te zien. Binnen bij de balie aangekomen werd al snel duidelijk dat het een typisch geval van vergane glorie was. Onze kwamer was vrij klein en muf, maar had wel een 4 meter hoog plafond. De faciliteiten in het Hotel Motel (wij zaten in het Hotel gedeelte) bleken zeer verouderd te zijn. De gedeelde badkamer was groot en oud, echt het soort dat je in een film over een behekst huis ziet. Gelukkig was alles wel schoon en netjes. Die middag begon het helaas te regenen en nam de bewolking toe, dus tot een uur of 17.00 konden niet veel meer dan chillen op de kamer. Gelukkig werd het daarna droog en konden we nog snel even langs Dagger Falls (met alweer een prachtige waterval) en Griffith's Lookout, maar bij deze laatste bleek het teveel bewolkt te zijn om nog iets te zien. Die avond in de bistro van het hotel gegeten, tennis gekeken en gechilled.

De volgende morgen op tijd opgestaan omdat we veel wilden doen die dag. Als eerste gingen we naar Dorrigo National Park, wat een World Heritage Area is. Eerste stop was het Rainforest Centre, waar een mooie film over het regenwoud en allerhande informatie over de plaatselijke natuur te vinden was. Daarna hebben we de zogenaamde Sky Walk gedaan. Dit is een houten loopbrug die door middel van palen hoog in de lucht, op het niveau van de boomtoppen, gebouwd is zodat je het regenwoud van bovenaf kan bekijken en je tevens een mooi uitzicht over het hele gebied hebt. En inderdaad, het is een heel mooi uitzicht. Daarna nog een wandeling van een uur gedaan door het regenwoud zelf. Vooral vogels gezien, maar het was desondanks een mooie wandeling. Inmiddels was het alweer bijna middag en dus gingen we snel, met een lunch tussenstop in Dorrigo, door naar New England National Park. Dat park lag ongeveer 75 kilometer voorbij Dorrigo (in Australie vallen die afstanden wel mee). Ook deze rit ging weer door een prachtig groen en heuvelig landschap. De laatste 15 kilometer vanaf de doorgaande weg naar Point Lookout in New England National Park ging weer over een grindweg. Deze maal was de weg prima, dus konden we er vrij snel op rijden. Na in totaal een uur rijden kwamen we aan bij Point Lookout. Eerst even het uitzicht daar bekeken. Dit bleek van een werkelijk ongelooflijke, Lord of the Rings-achtige kwaliteit te zijn! Een eindeloos heuvellandschap dat door een soort blauwe mist werd omgeven strekte zich voor ons uit, en verder alleen rust (er was niemand anders). Dit park bleek echt heel anders te zijn dan Dorrigo NP. Hier geen regenwoud, maar veel met mos en engelenhaar begroeide bomen die bovendien wat minder dicht naast elkaar stonden. De lucht was ook heerlijk fris. Na dit waanzinnige uitzicht nog een wandeling van ongeveer 1,5 uur gedaan over een vrij slecht, glibberig en steil pad. Het pad leidde ons langs uitzichtpunten (die stuk voor stuk adembenemend waren), rotsen en over met stenen bezaaide paden. Soms moesten we een stukje klimmen om het pad te kunnen blijven volgen. Echt een hele mooie wandeling door een van de mooiste parken die we in Australie hebben gezien! Na onze wandeling weer terug gereden naar Dorrigo, gechilled en 's avonds bij Griffith's Lookout gepicknickt (ditmaal met uitzicht). Het was een geweldige dag.

De dag erna was het alweer tijd om Dorrigo te verlaten en ons richting Port Macquarie te begeven. Onderweg daarheen in Bellingen gestopt en nog even rondgekeken. Rond het middaguur kwamen we aan bij ons Ocean Breeze Motel in Port Macquarie, waar we enthousiast begroet werden door een schoonmaakster die ons meteen (omdat we Hollanders zijn) haar tragische levensverhaal vertelde. Anyways, we kregen een kleine maar mooie kamer met een eigen balkonnetje toegewezen. Tot zover onze avonturen in Port Macquarie, de volgende keer meer over het wel en wee van de plaatselijke Koala's en hun verzorgers...

Reacties

Reacties

Pieternel

Wat een ongelooflijke rijkdom aan ervaringen. Echt geweldig allemaal. We genieten van jullie verhalen.

Frank

Het kernwoord van dit verhaal is "gechilled".
Jullie zullen ondertussen wel behoorlijk afgekoeld zijn.
Wel weer veel meegemaakt zo te lezen.

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!