Strand en Platteland
Na al die cultuur in Siem Reap was het tijd om uit te rusten op een strandbestemming: Sihanoukville! We namen de nachtbus, wat niet meteen een slaapbus betekent helaas. De stoelen konden wel naar achteren, maar dan kon degene achter je niet meer normaal zitten. Om 0.00 uur stopten we nog ergens om te gaan eten (?) met luide muziek op de achtergrond en geiten die tussen de tafels door liepen. Na die stop hebben we nog wel een paar uurtjes kunnen slapen. Toen we onze ogen opendeden waren we in Sihanoukville aangekomen, waar het keihard regende! Daar hadden we natuurlijk niet op gerekend. De tuktuk-driver verzekerde ons echter dat dit vaker voorkwam en dat het later die dag weer zou opklaren. Hoewel we rond 6.30 uur ‘s ochtends bij ons Beach Road Hotel arriveerden, mochten we onze kamer al in en dat gaf ons de kans op nog wat uurtjes slaap. Daarna ontbeten en de omgeving verkend. We zaten erg dicht bij het strand, waar je wat ligbedden kon huren en ook kon eten, heerlijk! Bij het hotel was bovendien een groot zwembad, wat ook altijd erg fijn is. Sihanoukville heeft voor ons dan ook vooral bestaan uit: water in, water uit, hapje eten op het strand (goede BBQ-vis!) en om de minuut ‘No, thank you' zeggen tegen iedereen die langskomt om boeken of armbandjes te verkopen, je een manicure willen geven, etc. Dat werd na verloop van tijd wel erg irritant. In Siem Reap hadden we al een berg armbandjes gekocht, maar je kunt niet constant dollars blijven geven. Het contrast is op zo'n moment wel erg pijnlijk: jij als rijke toerist komt daar even voor je ontspanning op het strand liggen terwijl zoveel mensen daar verschikkelijk arm zijn. Wel begrijpelijk dus dat ze je om geld vragen, ze zijn hier alleen nogal aanhoudend: ze laten zich niet makkelijk afpoeieren. Kleine meisjes komen gewoon bijna op je schoot zitten en blijven net zolang zeuren totdat je ‘ja' zegt. Je hoopt dat die meisjes ook gewoon nog naar school gaan en dat ze niet in de verkeerde handen vallen. Kinderprostitutie komt hier nog wel voor, maar wordt tegenwoordig zwaar bestraft en er wordt actief geprobeerd het te voorkomen. Je kunt een speciaal nummer bellen om verdachte zaken aan te geven. Goede zaak! Er is helaas geen speciaal nummer voor volwassenen, je ziet hier namelijk de mooiste vrouwen met de ranzigste blanke toeristen lopen.
Na een paar dagen zon, baantjes trekken in het zwembad en luieren op het strand, waren we weer helemaal uitgerust en klaar voor de volgende bestemming: Kampot. We hadden in Sihanoukville een minibusje geboekt om ons naar Kampot te rijden. De chauffeur nam het niet zo nauw met de verkeersregels (als die er al zijn). Dit maakte de rit niet echt relaxed. Ze houden hier erg van inhalen, ook als er weinig zicht is, wat soms resulteert in bijna-ongelukken en auto's die naast de weg moeten gaan rijden om uit te wijken. Bovendien sloeg de motor een paar keer af toen we naar de tweede versnelling moesten, dus de chauffeur probeerde er vooral boven te blijven... Gelukkig duurde het maar 1,5 uur en kwamen we veilig aan in het vriendelijke, stille Kampot. Ondanks dat het er wat toerist-loos uitzag was het eerste hostel waar we checkten volgeboekt! Het guesthouse ernaast had wel een kamer en zag er ook erg leuk uit. Even snel een noodle-soepje bij het guesthouse gegeten en rondgekeken in de buurt. Het was wederom erg warm, dus op het heetste moment van de dag gingen we maar even in de schaduw een boek lezen. We hebben inmiddels al meer boeken gelezen dan in ons hele leven ervoor (nou ja, beetje overdreven misschien) en zijn in de ban van de millennium-trilogie (Stieg Larssen). Allebei het eerste deel gelezen en nu bezig in het tweede deel.
De dag erna hadden we een gezellige tuktuk-chauffeur bereid gevonden ons een hele dag rond te rijden en de leuke plekken te laten zien in de omgeving. We begonnen met een bezoek aan een tempel en een plek waar ze flessen chilisaus met de hand zaten te stickeren. Ook kwam er een mevrouw langs met een sugar cane (suikerriet) drankje, wat we mochten proeven. Hele aparte smaak, met niets te vergelijken. Heel zoet, maar ook een beetje rokerig als verbrand hout. We liepen wat verder naar het water en vanaf daar konden we Vietnam zien. Veel mensen gaan vanaf deze plek met de boot naar Phu Quoc, een eiland bij Vietnam wat maar een uurtje varen is. We stapten weer in de tuktuk en toen reden we over een hele hobbelige weg naar een zoutvlakte, waar we tussendoor mochten lopen (de chauffeur scheen iedereen te kennen, dus alles mocht). Op de foto's zie je hoe dit eruit zag, mooi gezicht! Hierna gingen we naar een peperplantage, zo'n 15 kilometer verderop. We maakten kennis met de beheerder en mochten wat ongedroogde peper proeven. Natuurlijk hebben we wat van die wereldberoemde peper gekocht voor thuis. Hierna werden we naar de Phnom Chosir grot gebracht, waar een tempel in is gebouwd. De rit hier naartoe was niet echt ontspannen, door enorme kuilen in het zandweggetje werden we heen en weer geslingerd en dachten we een paar keer dat de tuktuk het niet zou houden (je hangt met een karretje achter een gewone scooter), maar een half uur later, toen we net begonnen te denken; leidt deze weg uberhaupt ergens naartoe?, kwamen we heel aan bij de grot. Dit bleek niet zo spectaculair als verwacht, het gedeelte waar je kon lopen was vrij beperkt, maar wel erg mooi. Er liep een horde kinderen met ons mee die hun Engels wilden oefenen door heel veel vragen te stellen.
De weg terug was de zelfde weg als de heenweg, dus we waren klaar voor nog meer gehobbel. Als je ook nog honger hebt raak je daar een beetje licht in je hoofd van. Tijd voor een noodle-soep! We stopten even ergens langs de weg en gingen na de lunch op weg naar wat kleine watervallen (meer wat versnellingen in het water dan echte watervallen), maar doordat er bijna geen water (en dus ook geen watervallen) was gingen we als alternatief naar een guesthouse waar we met een fruitshake langs het water even hebben gerelaxed. Toen vonden we het eigenlijk wel weer mooi geweest en gingen we terug naar het hostel. De tuktukdriver kwamen we ‘s avonds na het eten weer tegen en toen zei hij dat hij eigenlijk altijd van die lange dagen maakt. Het lijkt ons aardig vermoeiend om de hele dag rond te rijden, vooral over die onmogelijke wegen!
We hadden maar twee nachten in Kampot gepland en dus gingen we de dag erna alweer weg. De bus naar Phnom Penh (de hoofdstad) kwam ons om 13.00 uur ophalen. Zo'n busrit is altijd een belevenis, de ene keer rustig en goed georganiseerd (met toilet in de bus, regelmatig pauzes, etc.) en de andere keer veel te veel mensen in de bus, chauffeurs die ergens langs de weg stoppen en dan eten of sigaretten voor zichzelf halen (waar de hele bus uitgebreid op moet wachten), mede-passagiers die vlak voor de bus gaan staan plassen of uitgebreid rochelen en spugen, mensen die levende dieren meenemen, medewerkers die de kaartjes van passagiers checken die op de beste plaatsen in de bus gaan zitten (en blijven zitten), soms met de leuning naar achteren geklapt, kortom: wat wij in Nederland uiterst asociaal zouden noemen. We zijn echter niet in Nederland en dat vergt wat aanpassingsvermogen en soms moet je ook gewoon leren lachen om dat soort dingen. We zouden nog wat kunnen leren van de nonchalance van veel mensen hier, in plaats van ons om de kleinste dingen druk te maken.
Na een rit van 4,5 uur kwamen we in Phnom Penh aan, waarna we de tuktuk-driver de weg moesten wijzen (aan de hand van een lonely-planet kaartje) naar ons hotel. Hij had zelf geen idee waar het was en we hebben dan ook een paar rondjes gereden. Het hotel was dan ook niet goed zichtbaar: een donker gebouw zonder uithangbord, wat er niet echt ‘bewoond' uitzag. Ingecheckt en toen een plan gemaakt voor de komende dagen: het was weer tijd voor wat cultuur... en niet de meest vrolijke die er te bedenken is.
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}