Laos, waar je gulden een daalder waard is!
De dag na onze fantastische kleding- uitzoekervaring hadden we een dagtrip naar My Son geboekt. We vertrokken om 8.00 uur vanuit ons hotel met de bus en nadat we een paar andere mensen bij andere hotels hadden opgehaald, reden we naar het bewuste terrein. Dat was nog zeker 1,5 uur rijden. Het rijden was zoals altijd in Vietnam langzaam, meestal maar 50 kilometer per uur, en met heel veel banenwisselen en nog meer toeteren om alle scooters te omzeilen. Dat wordt na een tijdje heel irritant. Het lijkt soms wel of iedereen met zijn ogen dicht rijdt, want scooters en zelfs fietsers snijden net zo makkelijk een touringcar af! Onderweg begon het ook nog te regenen, gelukkig was het droog toen we aankwamen bij My Son. Deze keer hadden we zowaar een echte gids die redelijk goed Engels sprak en ook nog wat te melden had onderweg. Aangekomen bij de site eerst de tickets gehaald en toen weer de bus in. Daarna kwamen we vrij snel aan bij een brug, maar die bleek niet berekend te zijn op een volle bus mensen. We moesten dus allemaal uitstappen en te voet over de brug. Nadat we allemaal de brug over waren kwam de lege bus ook over de brug (die hield het gelukkig) en konden we weer instappen. Aparte ervaring... Daarna nog een stukje rijden naar het informatiecentrum en de start van de tour langs de ruines. Eerst een korte uitleg van de gids over de historie van het Cham rijk en de betekenis van de tempels en torens, van welke sommige meer dan 1000 jaar oud zijn. Vervolgens gezamenlijk naar de eerste groep tempels die er nog heel redelijk uitzagen. De stijl lijkt een beetje op Ankhor, zegt men. Dus een mooi voorproefje voor ons. Bij de eerste groep Cham ruines kregen we nog wat warrige uitleg en daarna hadden we een uur de tijd om zelf de rest te bekijken. Dat bleek ruimschoots genoeg omdat de andere groepen tempels en torens niet meer waren dan stapels stenen overgroeid met gras. Moeilijk te geloven dat ze trots zijn op My Son als je ziet hoe alles er aan toe is. Sommige tempels zijn alleen nog maar een grassig heuveltje met een stukje muur erop. Maar goed, het was desondanks best leuk. Toen was het tijd te vertrekken en gingen we op weg naar de Perfume rivier omdat we de terugweg niet per bus maar per boot zouden afleggen. Helaas was het weer niet zo goed, dus de boottocht was niet zo speciaal. We stopten aan het begin van de middag nog bij een dorpje waar ze gespecialiseerd zijn in houtsnijwerk. Dit was weer een toeristen site, niets zoveel aan dus. Om 14.00 uur waren we alweer terug in Hoi An. Aan het eind van de middag, om 17.00 uur, stond de eerste doorpassessie bij de Phuoc An kledingzaak op het programma! We waren natuurlijk heel erg benieuwd of ze erin geslaagd waren om er iets moois van te maken, zeker aangezien er niets op papier getekend of geschreven stond. Het bleek gelijk geweldig te zijn. Tom's pakken zaten direct goed, alleen de broeken moesten iets korter gemaakt worden, maar ze stonden fantastisch! De jassen van Yvonne waren ookgoed, alleen het business jasje moest nog een beetje aangepast worden. Al met al meer dan voldoende om heel enthousiast te worden. Zo enthousiast dat Yvonne nog een jurk wilde laten maken en Tom nog maar een extra overhemd (nadat hij een deal had gesloten om die voor 20 dollar te laten maken). Dus weer alle stofjes en modellen uitzoeken. Het blijft leuk. De volgende dag om 14.00 uur zouden alle aanpassingen gedaan zijn en zou de jurk en het overhemd ook al klaar zijn.
Een dag later, in afwachting van de tweede doorpassessie, wat cultuur opgesnoven door naar wat historische gebouwen en een museum te gaan. Ook nog was stoffen lampionnen gekocht voor thuis. Om 14.00 uur dus weer een sessie in de kledingzaak. De broeken en het tweede overhemd van Tom waren helemaal goed. Tom was dus klaar! De jasjes van Yvonne waren nu ook goed, alleen de jurk was nog wat te lang. Dus weer even wachten en om 16.00 weer terug om de jurk opnieuw te bekijken. Deze keer was de jurk nog steeds wat te lang en ook te breed, nog een paar aanpassingen dus. Om 19.00 uur was alles dan echt klaar en zag de jurk van Yvonne er ook perfect uit! Terug in het hotel gelijk de kleren gepast en foto's gemaakt. Dankzij een zeer genereus cadeau van Emmie van der Zalm (bedankt daarvoor!) hebben we deze foto's kunnen plaatsen en is er ruimte voor 200 extra foto's op de site zodat jullie allen kunnen blijven genieten van alles wat jullie moeten missen (haha).
De dag erna was alweer onze laatste dag in Hoi An, om 13.30 uur zouden we opgehaald worden om met de bus naar Hue te gaan. Maar eerst moesten we de kleren nog opsturen, want die nemen veel te veel ruimte in beslag. Als service van ons hotel kwam een mannetje van het postkantoor bij ons langs met een grote doos en een weegschaal om alles in te pakken en op te sturen. Wij hadden zelf al een stevige plastic tas met een rits gekocht om ervoor te zorgen dat er geen beesten en water in onze kleren kunnen komen. Het mannetje deed alles netjes in een doos (die er klein uitzag maar groot genoeg bleek te zijn) en deed er zoveel tape omheen dat de doos niet meer van karton maar van plastic leek. Wel zo stevig, maar het draagde ook bij aan een totaal gewicht van ruim 11 kilo. Hmmm. Maar goed, met de zeepost die er maximaal 4 maanden over doet, kostte dat alles toch maar 30 euro. Valt niet tegen. Nu maar hopen dat alles goed aankomt...
Om 13.30 uur kwam de bus en vertrokken we naar Hue. Helaas regende het zo'n beetje de hele weg, zodat alle ramen in de bus besloegen. Daarbij werkte de blower van de bus helemaal niet, waardoor we de hele rit (van ca. 4 uur) met een open deur hebben gereden! Eenvoudig en effectieve oplossing. Aan het eind van de middag kwamen we aan in Hue en namen gelijk een taxi naar het Amigo Hotel. Dat bleek een heel nieuw hotel te zijn midden in het backpacker centrum met een nette kamer. Ook best een gezellige buurt met heel veel restaurants en winkeltjes. Alleen het weer bleef wat achter.
Onze eerste hele dag in Hue begon al met een gezellige Nederlandse miezerregen. Eerst dus maar even naar een internetcafe om wat dingen uit te zoeken voor de bestemmingen die nog komen. Soms is het
handig een hostel op internet te boeken, omdat je daar soms hoge kortingen krijgt, andere keren is het weer handiger om ter plekke een hostel te zoeken. Ook zijn we ons gaan verdiepen in de wereld
van de autohuur in Australie. We hebben daar namelijk 3 weken om van Cairns naar Sydney te komen en wilden dit oorspronkelijk met de bus gaan doen, maar de prijzen van de bustickets vallen erg
tegen en een auto geeft veel meer vrijheid natuurlijk. Er blijken nogal grote verschillen te bestaan in autohuurprijzen dus dat is het uitzoeken waard. Uiteindelijk hebben we via een Nederlandse
site bij Holiday Cars een Hyundai Getz (of vergelijkbaar) geboekt. Wat een leuk vooruitzicht!
‘s Middags een beetje rondgelopen in Hue, wat een veel grotere, ruim opgezettere stad is dan Hoi An. Bij het Mandarin Cafe geluncht en met meneer Cu gesproken (die overigens ook een bekende
fotograaf is) over onze reis naar Savannakhet, Laos. Er bestaan verschillende opties om dit traject af te leggen. Het komt er in het kort op neer dat je de zogenaamde tourist bus moet boeken, die
om de dag gaat, om er zeker van te zijn dat je met dezelfde bus zowel het stuk in Vietnam naar de grens, als het stuk in Laos aflegt. De bussen van deze maatschappij hebben namelijk toestemming om
de grens over te gaan. Een andere optie is om een local bus te nemen, waar je ook wordt verteld dat deze de grens over gaat, maar dit blijkt bij de grens opeens niet meer het geval te zijn. Je
wordt hierdoor gedwongen het stuk naar Savannakhet opnieuw te betalen, en in een local Lao bus af te leggen, waar je op een houten bankje en tussen de levende kippen die als bagage mee worden
genomen inzit. Hmmm even denken, doe ons die eerste optie dan maar. We vertrouwen hiermee op Mr. Cu, die ook wel een reputatie hoog te houden heeft aangezien hij in de Lonely Planet wordt genoemd
als betrouwbaar en dat hier heel belangrijk gevonden wordt (soms zie je bij restaurants een bord buiten staan met de tekst 'mentioned in the lonely planet'...). Die buskaartjes hadden we in ieder
geval binnen. Op zoek naar een boekwinkel voor een Lonely Planet van Nieuw -Zeeland, geen succes gehad: de Engelse boeken die ze verkopen zijn meestal studieboeken voor de Vietnamezen. In Laos of
Cambodja nog maar een poging doen dus. Even teruglopen naar het hotel was er niet bij, op de een of andere manier liet ons orientatiegevoel ons in de steek en kwamen steeds bij hetzelfde punt uit,
of bij straten die niet op de kaart stonden. Toch de weg richting de rivier gevonden en vanaf daar was het weer bekend. Wel even een paar kilometertjes omgelopen...
De tweede dag Hue bleek het iets beter weer te zijn en konden we de stad eens goed bekijken. Vanuit het Mandarin Cafe hadden we een folder met een leuke wandeltocht meegenomen, die ons langs alle
sights bracht. We liepen langs militair materieel en de flagtower. Uiteraard de old Imperial City bekeken, waar de koninklijke familie leefde en heerste. De entreepoort heeft muren van 3 meter dik.
Indrukwekkend om te zien. Er was op het terrein zelfs een imperial tenniscourt, wat beter onderhouden leek te zijn dan de gebouwen die eromheen stonden (soms beschermd door palen tegen instorten).
Een tijd over het terrein gelopen om alles goed te bekijken en de informatie proberen te lezen (hoewel het Engels hier wel beter is dan in andere delen van Vietnam).
Redelijk vroeg gaan slapen die dag want de volgende dag moesten we al om 6.00 uur klaarstaan (het lijkt wel Afrika!) om met de bus naar Laos te vertrekken. We haalden nog wat mensen bij andere
hotels op en toen was het eerste stuk richting Dong Ha, vanwaar we overstapten (was ons ook verteld) in de bus naar Savannakhet. Dit ging allemaal redelijk soepel. Ook bij de grens ging het
allemaal sneller dan verwacht, in 3 kwartier hadden we zowel een exitstempel van Vietnam als een visum voor Laos. Het enige gezeik was eigenlijk dat het visum geen 35 maar 36 dollar was (een dollar
stempelgeld ofzo) en in ons briefje van 20 dollar zal een piepklein scheurtje, verder in prima staat, maar dit was niet goed genoeg. Gelukkig hadden we nog een ander briefje! De bus kwam inderdaad
mee de grens over en toen was het nog een uur of 5 richting Savannakhet. Onderweg leuk gesproken met twee Nederlandse reizigers, ervaringen uitwisselen is altijd erg grappig. Een Vietnamese meneer
die naast ons zat vertelde dat hij in Parijs woonde. Hij kon redelijk Engels. Hij vroeg aan de andere Nederlanders waar ze nog naartoe gingen, waarop ze uitlegden dat ze aan een reis van 6 maanden
door Zuidoost Azie bezig waren. 'Wow, you're rich!', zei de man hoogstverbaasd en oprecht. We weten dit natuurlijk altijd wel, maar als iemand dit dan hardop zegt, dringt het nog eens goed tot je
door. Zelfs een man die zelf naar Parijs ge-emigreerd is, kan zich niet voorstellen dat hij een reis van 6 maanden zou kunnen maken.
Eenmaal aangekomen in Savannakhet, ingeckeckt in een hotel wat bestaat uit allemaal kleine gebouwtjes. Voor 10 dollar per nacht heb je hier een double room met eigen badkamer. Niet slecht! We zijn
duidelijk weer in Laos. Waaraan we dit nog meer merken: geen getoeter op de wegen, sowieso veel minder verkeer, wat een rust! Daarnaast kwamen we de bekende mega gaten in de weg weer tegen op een
onverlichte weg, oppassen dus! Aan het eten zien we dat we in Laos zijn door de vele groenten die er in ons gerecht zitten, ook al staat dit niet op de kaart. Heerlijk, chinese broccoli, wortel en
zelfs bloemkool!! En wat ook zeer aangenaam is: de mensen zijn zo vriendelijk! Ze zijn oprecht blij met een fooi, glimlachen als je langsloopt op straat, kinderen zeggen vrolijk ‘saibadee' (hallo)
en zelfs de tuktuk chauffeurs vragen vriendelijk of je een ritje wil en accepteren nee de eerste keer al. Wat een oase van kalmte hier. Laos is echt een heerlijk land om in te reizen.
We hebben besloten twee nachten in Savannakhet te blijven, en dan door te gaan naar Pakse. Op 10 december vliegen we van Pakse naar Siem Reap, Cambodja. Vandaag bij het busstation gecheckt welke
bussen naar Pakse gaan zodat we morgen de juiste nemen. Verder nog een tempel bezocht, erg mooi onderhouden. Wat de highlight van de dag was: het dinosaur museum. Het klinkt ontzettend treurig, de
reden ook om erheen te gaan, maar we werden blij verrast! We waren op dat moment de enige bezoekers dus de lichten werden gauw aangedaan toen we aankwamen. Even 50 cent entree betalen en toen
kregen we een rondleiding van een hele vriendelijke en enthousiaste man, die zelf ook had meegewerkt aan opgravingen. Er lagen allemaal dinosaurusbotten (originele!) en een paar kopieen om een
beeld te geven. Ook fossielen en meteorieten gezien en we mochten de botten zelfs aanraken! Waar vind je dat nog vandaag de dag. Het museum was klein maar zeker de moeite waard. Natuurlijk nog even
gelachen (maar op een vriendelijke manier) om Toms lengte en over Nederlands voetbal gepraat en met een tevreden gevoel weer vertrokken. Later op de dag kwamen we de Nederlanders van de bus nog
tegen en zijn we met z'n vieren een hapje gaan eten. Nog meer ervaringen uitgewisseld, gezellig! Morgen gaan ze met dezelfde bus naar Pakse, dus we kunnen nog wat meer tijd samen doorbrengen. Pakse
zelf schijnt niet veel bijzonders te zijn, maar vanuit daar kun je naar het Bolaven Plateau om trekkings te doen dus dat gaan we zeker onderzoeken!
Hoe dichter bij Hoi An, hoe gezelliger het wordt!
De tweede hele dag in Sapa had Tom een trekking van 1 dag op het programma staan, terwijl Yvonne verder aan het uitzieken was op bed. Gelukkig was er beter weer voorspeld, want het was wel heel erg
koud in Sapa. De hele dag liepen we rond in trui en jas, zelfs als je ging eten in een restaurant had je aan tafel je jas gewoon nog aan. Ze hebben namelijk nergens in Sapa verwarming, alleen die
kleine elektrische heaters en soms een open haard, maar die zijn beiden nooit genoeg om een hele kamer te verwarmen. Dus als wij weer eens op onze eigen kamer zaten, dan was het met een trui aan in
bed, anders was het gewoon te koud. Jammer. Maar goed, de dag van de trekking was dus alweer een stuk beter, een groot deel van de tocht heeft Tom zelfs in een T-Shirt kunnen lopen. Het zou een
mooie maar zware tocht worden. Al na 5 minuten lopen, overigens hadden we een groep van ongeveer 10 mensen en 1 gids, bleek dat het een goed idee was om Yvonne niet mee te laten gaan, het was
namelijk erg steil en erg glad. Vanaf het begin van de tocht liepen er zeker een stuk of 8 lokale Black Hmong vrouwen mee (toen dacht Tom nog dat zij bij de groep hoorden en ook betaald werden).
Het pad waar Tom en de groep overheen moesten was erg smal en de eerste 4 kilometer bestonden uit natte modder en vrij steile hellingen zonder iets om je aan vast te houden en soms zelfs zonder
ergens goed je voeten te kunnen neerzetten. Na een paar meter lopen zat het profiel van Tom's wandelschoenen al vol met natte modder en werd het dus nog moeilijker te lopen zonder uit te glijden,
natte modder op natte modder is een recept voor valpartijen. Tom had best wel wat moeite om de gladde hellingen heel af te komen, in tegenstelling tot de lokalen, die op hun laarzen over het pad
dansten. Misschien omdat ze allemaal maximaal 1,50 meter zijn en kleine voeten hebben dat het ze gemakkelijker afgaat, maar op meerdere plekken werd het pad zo onbegaanbaar (soms omdat er
letterlijk water over het pad naar beneden liep) dat Tom zich moest laten helpen door zich aan de hand te laten nemen van de kleine lokale vrouwen. Dat zal een vreemd gezicht zijn geweest, een
lange man van 29 die aan de hand loopt van een klein vrouwtje van middelbare leeftijd... Tom moest wel even zijn trots inslikken voordat hij daaraan begon, maar daardoor is hij wel heelhuids
afgedaald. Gelukkig was het pad de rest van de dag al een stuk beter te belopen. Afgezien van de gevaarlijke afdaling was de natuur werkelijk fantastisch! Enorme vergezichten, kleine dorpjes en
overal rijstvelden met etende waterbuffels (zie foto). Echt een betoverend landschap. Om een uur of 12.30 was het tijd voor een lunch in een krotje dat Tom en de groep onderweg tegenkwamen. Helaas
lieten die vriendelijke Black Hmong dames die Tom zo goed geholpen hadden toen hun ware aard zien (muhahaha). Ze waren alleen maar meegelopen om iets te verkopen, want uit de rieten manden die ze
op hun rug droegen (zie foto) kwamen allerlei handicraft items naar boven: van etuis tot waterfleshouders en van armbanden tot tafellakens. Zonder Yvonne aan zijn zijde had Tom hier natuurlijk
helemaal geen interesse voor, maar ze waren wel heel erg opdringerig. Ze kwamen ons lunch krotje in, gingen vlak voor Tom staan en bleven daar minstens 15 minuten hun waren laten zien en
ondertussen tientallen keren dezelfde vraag stellen: 'I help you, you buy some from me..?'. Waarop Tom evenzovaak 'Nee' moest antwoorden. Gelukkig kwam het eten toen en gingen ze weg, om na de
lunch tijdens het middagdeel van de tocht weer vrolijk door te gaan. Zeer irritant... Gelukkig kon dat de tocht niet bederven want de natuur is zo mooi en Tom kon ze goed negeren... Teruggekomen
van de trekking bleek Yvonne alweer aardig opgeknapt, net als het weer, en in staat om nog iets te gaan doen. Daarom zijn we een heuvel vlakbij ons hotel gaan beklimmen en hebben we van daaruit
hele mooie foto's van het omringende landschap en van Sapa kunnen maken (zie foto's). Yvonne kon het allemaal prima bijbenen, ze was dus weer beter.
Op onze laatste dag in Sapa was het nog een stukje beter weer en besloten we naar het naburige dorpje Cat Cat te lopen. Dat is een wandeling van ongeveer 3 kilometer heuvel af (op de heenweg dan)
door, wederom, een prachtig landschap. Aangekomen bij Cat Cat bleek het een Cultural Village te zijn, ofterwijl overal stalletjes waar troep verkocht werd en waar geen mensen (meer) wonen. Snel
maar langsgelopen want er was gelukkig ook nog een waterval helemaal beneden. Een lange trap af, een hangbrug over en toen kwamen we aan bij het waterval. Die was best wel aardig (zie foto) en ook
het weer zat goed mee. Na daar gechilled te hebben zijn we via een andere route terug naar Sapa gelopen. Inmiddels was het alweer zo warm dat we gingen zweten, dat beviel en stuk beter dat rillen
van de kou... De rest van de dag hebben we wat rondgehangen totdat we om 17.00 uur opgehaald werden om weer maar het treinstation van Lao Cai gebracht te worden. Onze trein richting Hanoi vertrok
om 19.30 en we deelden onze coupe deze maal met twee Duitsers van middelbare leeftijd. Nog een leuk gesprek mee gehad en ervaringen uitgewisseld.
De volgende dag kwamen we om 4.15 uur aan in Hanoi. Gelukkig hadden we op de heenweg al een treinticket naar Haiphong geboekt. Deze trein vetrok om 6.00 uur, dus we hoefden niet heel lang te
wachten. Om een uur of 8.00 kwamen we aan in Haiphong en namen gelijk een taxi naar de haven waar de ferries vertrekken richting Cat Ba Island. Daar aangekomen, inmiddels was het 8.45 uur, bleken
er geen kaartjes meer te zijn voor de fast ferry van 9.00 uur, en er gaat er maar 1 per dag. Balen, dan maar met de slow boat (die er 2,5 uur over doet). Gelijk werden we door een aantal
vriendelijke bijstanders (toen dachten we nog dat ze oprecht vriendelijk waren) naar een ander loket verwezen voor kaartjes met de volgende boot. Bij het bewuste loket aangekomen bleken ze
maarliefst 250.000 Dong per persoon te willen voor de slow boat, veel te veel dus! Ook de volgende twee bureautjes die we aanspraken kwamen met dat bedrag op de proppen. Daar wilden we echt niet
aan mee doen, die oplichterij. Dus toen maar rustig doorgelopen en uiteindelijk een ander bureau gevonden waar ze kaartjes voor 80.000 Dong per persoon verkochten, een heel stuk beter. Alhoewel de
boot pas om 12.30 uur zou vertrekken wel een veel betere prijs. Wij hebben dus gewacht en zijn daadwerkelijk om 12.30 uur vertrokken richting Cat Ba Town. Die slow boat is een verhaal apart.
Fantastisch om te zien wat mensen allemaal meenemen aan bagage! We hebben matrassen, fietsen, airco's, plafondlampen en ontelbaar andere dozen achter, voor en naast ons opgestapeld zien worden.
Elke centimeter van de boot is bezet een doos of door iemand die er zit. Gelukkig konden wij op een redelijke plek zitten, buiten op het voordek, en was het weer ook nog heel goed. De boot deed er
uiteindelijk 2,5 uur over en het was een ontspannen en mooie tocht. Onderweg hebben we nog een local ontmoet die een goede tip voor een hotel had (de eigenaar was uiteraard een vriend van hem).
Aangekomen in Cat Ba Town bleek het zowaar echt een goede tip te zijn, het was een mooi hotel met nette kamers en wij hadden een fantastisch mooi uitzicht over de baai vanuit onze kamer en het
balkon (zie foto) op de 6de etage, daar zorgen de kamerbrede ramen voor! Cat Ba Town is een klein toeristisch stadje, maar omdat er zo weinig toeristen waren was de sfeer relaxed en rustig. En ook
het weer zat nog eens mee.
De eerste hele dag in Cat Ba Town hebben we besteed aan het genieten van het mooie weer op het strand. Er waren drie stranden op loopafstand (5 minuten) van ons hotel die alledrie heel rustig waren
(zie foto). Op Cat Co 2, het tweede strand, hebben we de hele middag gelegen en van het uitzicht over Halong Bay genoten. Aan het eind van de middag hebben we een tweetal tours geboekt. Een dag
later zouden we een dagtour met een boot door Halong Bay doen en de dag erna een halve dag tour met de scooter naar Hospital Cave en Cat Ba National Park. Verder hebben we ook het vervoer vanaf ons
hotel naar Hanoi geboekt, want we zouden de 28ste van daaruit naar Da Nang vliegen.
Voor de tweede hele dag in Cat Ba Town hadden we een boottocht geboekt. Dat was leuk, vooral door de prachtige omgeving waarin we ons bevonden. Er zou een english-speaking guide op de boot aanwezig zijn, die kon echter helaas nog net 'yes' en 'no' uit elkaar houden. Veel informatie kregen we dus niet. Gelijk bij vertrek, maar ook verderop in Halong Bay, kwam je overal zogenaamde floating villages tegen. Dat zijn klein dorpjes op het water, bestaande uit tuinhuisjes die op een drijvend vlot van piepschuimblokken gebonden zijn. Een heel apart gezicht zo midden in de baai. We stopten bij een grot, die we ook binnen mochten gaan. Erg donker, en met 1 kleine zaklamp om iedereen de weg te wijzen moesten we ons vooral concentreren om ons niet te stoten of te struikelen. De tweede stop was leuker, toen mochten we een stuk kayakken. Dat was erg gaaf: we konden via een grot dwars door een berg varen en opnieuw hadden we een prachtig uitzicht. Lunch was aan boord van de boot, vis en groenten en rijst. Daarna nog rondvaren in Halong Bay, een stop bij Monkey Island en toen weer langzamerhand terug. Helaas konden we niet snorkelen, daar was het wat te koud voor. Al met al een leuke dag.
De dag erna hadden we voor de ochtend een tour over het eiland geboekt. We mochten achterop 2 scooters, een ervaring op zich. Je bent je toch beter bewust van je omgeving op een scooter dan bijvoorbeeld in een auto. Bovendien kun je de bomen ruiken, heerlijk! Yvonne brandde zich nog wel een keer aan de uitlaat bij het afstappen, duidelijk niet gewend aan scooters... Dat wordt een leuk litteken, alweer een souvenir van de reis. We stopten eerst bij de Hospital Cave, een mini-ziekenhuis in een grot die tijdens de Vietnam-oorlog gebruikt werd om patienten (soldaten en locals) in een veilige omgeving te kunnen behandelen. Het heeft 3 jaar geduurd om dit ziekenhuis te bouwen, en is toen ongeveer 10 jaar in gebruik geweest ('65-'75). Vanaf midden jaren 80 is het open voor toeristen. Heel apart, we hadden nog nooit zoiets gezien. Wat een werk moet dat geweest zijn om te bouwen! Daarna met de scooter verder naar de Ngu Lam Peak. Die moesten we toen eerst nog even beklimmen, wat nog een hele opgave was. Geen gebaande wegen zeg maar, er moest flink wat inspanning geleverd worden. Wel echt de moeite waard, wat een prachtig uitzicht hadden we vanaf de top! (zie foto). Daarna afdalen en met de scooter door naar de andere kant van het eiland om via die weg weer naar het hotel te gaan. Heel gaaf, al die bergen op en af op de scooter. 's Middags liet de zon zich weer eens zien, dus daar gingen we gelijk gebruik van maken! Lekker een paar uur op het strand gelegen, wat een zwaar leven...
De volgende dag hadden we de reis naar Hoi An (ongeveer in het midden van Vietnam) op het programma, wat betekende dat we wederom van verschillende soorten vervoer gebruik moesten maken. Eerst een bus naar de andere kant van het eiland, toen met de speedboot naar Haiphong (wat deze keer een half uur duurden in plaats van de 2,5 uur met de slow boat). In Haiphong stond een bus te wachten die ons van de haven naar een busstation bracht, waar we moesten rennen naar de volgende bus. Onze bagage werd in de rijdende bus gegooid en de chauffeur wilde nog net even stoppen om ons in te laten stappen. Er werd nog wat geld voor ons uitgewisseld en toen konden we in een comfortabele bus richting Hanoi. Toch bijzonder hoe dat hier gaat: je boekt een ticket naar Hanoi, en dan krijg je een handgeschreven briefje waar op staat dat je betaald hebt. Vervolgens vraagt niemand hiernaar en loopt alles op rolletjes: nergens vroeg iemand ons om een vervoersbewijs of iets dergelijks, er wordt alleen de hele tijd wat geld doorgegeven. Wel superhandig natuurlijk maar soms voel je je hierdoor een beetje ongemakkelijk. Tot nu toe is het altijd goedgekomen dus we vragen maar nergens naar. Eenmaal in Hanoi aangekomen stonden er uiteraard weer rijen taxi's te wachten om ons naar het vliegveld te vervoeren. We gooiden onze bagage in de eerste de beste meter-taxi en gingen op weg. Onderweg merkten we dat we wederom te maken hadden met een op hol geslagen taxi-meter, die wel erg snel opliep voor weinig afstand. De taxi toen maar weer laten stoppen en toen hij ons niet voor een redelijke prijs naar het vliegveld wilde brengen maar uitgestapt en op de volgende taxi gewacht. Daar maar een vaste prijs mee afgesproken want die meters vertrouwen we niet meer! Het was toch nog best een eind rijden naar het vliegveld maar we hadden ruim de tijd aangezien ons vliegtuig pas om 16.10 uur zou vertrekken richting Da Nang. Een beetje op het vliegveld rondgehangen, geluncht en toen ingecheckt. De vlucht verliep verder zonder problemen en op het vliegveld stond een vrolijke jongen van het hotel dat we in Hoi An hadden geboekt ons op te wachten. De rit van de luchthaven in Da Nang naar Hoi An duurde ongeveer 3 kwartier en we kwamen in het donker aan. Wat ons meteen opviel was dat iedereen hier vrolijk is! We werden leuk onthaald met een drankje en onze tassen werden voor ons naar boven gebracht. De kamer is erg leuk, met een groot bad! Niet dat er genoeg warm water is om het bad te vullen, maar het gaat om het idee. Er is gratis internet en het kost niet veel om onze was te laten doen. We kregen gelijk een kaartje van het centrum en een telefoonnummer voor als we verdwaald zouden raken (in 20 minuten ben je het hele centrum door maar aardig bedoeld!). 's Avonds gelijk maar even een rondje lopen en lekker gegeten, ook al geholpen door oprecht vriendelijke mensen. Dat hebben we toch gemist in het noorden merken we. Zie je wel, het is net als in Nederland: hoe zuidelijker, hoe gezelliger... Heerlijk lang geslapen die nacht want van al dat reizen wordt je moe (vooral van die irritante taxi-chauffeurs).
Toen was de dag aangebroken dat we ons konden storten op de op-maat-gemaakte kleding! Daar staat Hoi An bekend om: veel toeristen laten zich hier voor een prikkie pakken, jurken, jassen etc. aanmeten. Aangezien Tom in Nederland nog wel eens moeite heeft om pakken te vinden met de juiste lengte, een ideale gelegenheid om eens flink in te kopen. We kregen van het hotel een adres waar we 10% korting konden krijgen en na een check op internet bleek dat veel mensen hier een goede ervaring mee hebben. Het is niet de goedkoopste, maar je wordt goed geholpen en de stoffen zien er steving en duurzaam uit. Tom heeft twee stoffen uitgezocht waar hij een pak van laat maken, met een zijden voering. Voor beide pakken heeft hij een extra broek besteld en hij krijgt er een overhemd gratis bij. Yvonne werd ook enthousiast in de winkel (al te lang niet geshopt?) en zag een hele leuke stof voor een winterjas, ook met een zijden voering. Via wat plaatjes in tijdschriften en advies van de dames van de winkel kwamen we op een leuk model, wat ze nu volledig op maat gaan maken. Ze besloot ook nog een casual colbertje van blauwe corduroy te laten maken. Toen we eenmaal weer buiten stonden begon het bij Tom toch ook wel te kriebelen om nog een winterjas te laten maken. We gingen toch maar terug om dat, en nog een jasje voor Yvonne te bestellen. Morgen mogen we terugkomen om door te passen en eventueel nog wat aanpassingen te doen en dan is het de dag erna klaar. Echt heel gaaf om alles op maat te laten maken, dat voelt toch wel redelijk decadent. Je kan precies zeggen hoe je het wilt hebben: welke stoffen, voeringen, hoeveel knoppen, zakken, welke stijl (Hugo Boss stijl voor Tom) etc., etc. Fantastisch! Tom heeft nu voor 294 euro twee pakken (cashmere wool met zijden voering) met 2 extra broeken, een overhemd met dubbele manchette en een winterjas. Niet slecht toch? We sturen alle kleding in een pakket naar huis, want dat gaat niet meer passen in onze backpacks... Je wordt echt enorm hebberig van het door de straten van Hoi An lopen. Overal worden de mooiste kleding (je mag met je eigen plaatje uit een tijdschrift komen, en dan maken ze het precies na), op maat gemaakte schoenen, tassen, lampionnen, schilderijen. Echt supermooi allemaal. Hoi An is een heel vriendelijk, leuk stadje waar we de komende dagen nog van gaan genieten. Het ontbijt in het hotel is ook een verademing: niet alleen ei, maar ook fruit, cake, toast, pannenkoek etc. Heerlijk! Morgen gaan we naar My Son, een groot terrein met Cham-ruines. Dit staat op de lijst van World Heritage Sites (net als het oude centrum van Hoi An, overigens), dus dat moet heel indrukwekkend worden. We zullen zien.
Bob Ross in Laos
Luang Prabang was ondanks de hitte, de vele toeristen en de overal aanwezige Hmong verkoopstalletjes een leuke en mooie stad. Door de temperatuur probeerden we onze dag zo in te vullen dat we 's middags even niks hadden. Dus redelijk vroeg opstaan, het eeuwige american breakfast naar binnen werken (zijn ze hier gek op) en dan wat mooie plekken bezoeken in de stad voordat de ochtendbewolking weg is en je begint te smelten. We hadden een trip naar de Kouang Si Watervallen geboekt, dat bleek een goede keus. Het was een uurtje rijden. Zodra je de stad uit bent kom je gelijk niemand meer tegen, heel ongerept. Bij de watervallen was het natuurlijk wel weer druk, met allemaal stalletjes waar ze van alles en nog wat verkopen en een een of ander bear rescue centre, best fout allemaal. Maar de watervallen zelf maakten alles goed, prachtig! Op bepaalde plateaus kon je zwemmen en dat is op zo'n warme dag natuurlijk heerlijk. Je kon helemaal naar boven lopen en overal had je een mooi uitzicht. Zeker de hoofdwaterval moest een inspiratiebron voor Bob Ross zijn geweest (nog een boompje hier en een stroompje daar).
De volgende dag hadden we een ochtendtour met de slow boat (en die was inderdaad slow!) naar de Pak Ou Caves. Tom kon niet rechtop zitten in de boot, dan kwam zijn hoofd tegen het plafond dus echt comfortabel was het niet. We maakten een tussenstop bij Whiskey Village waar je uiteraard weer allemaal rommel kon kopen. Verder een tempel waar een monnik zijn zaag zat te slijpen. We bleven hier 15 minuten dus echt uitgebreid konden we het niet zien, gelukkig maar. Door naar de grotten. Er was zowel een upper cave (donker gat zonder licht met honderden boeddha-beeldjes) als een lower cave (zag er al iets beter uit met een mooi uitzicht over de Mekong) We waren duidelijk niet de enigen die dag! Het was erg druk en warm en daardoor minder leuk. Bovendien minder indrukwekkend dan gedacht. Viel een beetje tegen dus. Eind van de middag nog ‘de mooiste tempel van Luang Prabang' geweest: Wat Xieng Thong Ratsavoravihanh. Viel ook al een beetje tegen, zo mooi was hij niet. Misschien zijn we al te veel verwend met mooie tempels. De koninklijke begrafeniswagen was wel mooi, een hele grote draak met mooie details.
's Avonds voelde Yvonne zich niet zo lekker en de volgende dag werd ze wakker met koorts. Maar even een dagje op bed blijven liggen dus. Tom is toen alleen naar het Royal Palace Museum geweest, wat wel de moeite waard was. Aan de inrichting en de wandversieringen kon je wel zien dat ze nooit echt geld hebben gehad, maar het was minder vergane glorie dan het museum in Vientiane.
De volgende dag was de koorts nog niet weg maar het was wel tijd om uit te checken en eind van de middag naar het vliegveld te gaan voor onze vlucht naar Hanoi. We waren blij dat ons deze keer geen lange busreis te wachten stond want zelfs als je je goed voelt is dat al niet echt een pretje. De luchthaven van Luang Prabang stelde niks voor, wel leuk dat je precies kon zien wanneer ons vliegtuig aankwam en hoe die weer klaar werd gemaakt voor de volgende rit (we zagen onze eigen tassen ingeladen worden). Zoals we al dachten kon Tom niet staan in het kleine propellervliegtuig, maar we hadden goede stoelen en het was een prima vlucht van nog geen uur. Met 2 paracetamollen en haar helderste gezicht moesten we toen nog langs de thermocamera (mexicaanse griep maatregel). Gelukkig werd Yvonne er niet uitgepikt (misschien werden we geholpen door het feit dat het ineens koud was: 17 graden!) en konden we even later in een taxi stappen om recht in de files van Hanoi terecht te komen. Wat een enorm drukke stad zeg! Niet normaal. In die drukke stad zaten wij ook nog eens met ons hotel in het drukste stuk met de nauwste straatjes. Soms kon je je op straat te voet niet eens bewegen omdat de weg vol was met stalletjes, scooters en toeterende taxi's. Ze zijn hier gek op toeteren, dan is hun manier om hun komst aan te geven. Bovendien hebben ze geen respect voor een rood stoplicht en moet je dus regelmatig je leven op het spel zetten om over te kunnen steken, ook als het licht op groen staat. In Hanoi hebben we niet heel veel actiefs kunnen doen aangezien Yvonne zich nog steeds niet goed voelde. Dus na een uitje naar bijvoorbeeld het Ethnologie Museum moesten we weer even terug naar de kamer om bij te komen. De koorts was inmiddels wel weg maar fijn vervangen door een buikpijn en zwabberbenen. Het museum was trouwens erg leuk met traditionele huizen die je van binnen kon bekijken en informatie over de tientallen bevolkingsgroepen van Vietnam. De dag erna zijn we nog langs het presidentiele paleis gelopen en het Ho Chi Minh Mausoleum (was dicht omdat zijn lichaam voor groot onderhoud in Rusland is). Op de terugweg liepen we door een park waar we heel veel bruidsparen zagen die gefotografeerd werden, was een leuk gezicht. De temperatuur was inmiddels iets beter maar we liepen nog steeds in trui en lange broek, dat was lang geleden!
De laatste ochtend in Hanoi was een redelijk dieptepunt voor Yvonne, ze voelde zich erg flauw en niet in staat iets te doen die dag. Met een nachttreinrit naar Sapa op het programma die avond besloten we de kamer nog een halve dag bij te boeken (dit was gelukkig mogelijk) zodat Yvonne op bed kon blijven liggen. Tom ging die dag alleen naar het Waterpuppet Theater (matige show met een zitplek zonder beenruimte), wat vlakbij ons hotel was, en daarna onze treinkaartjes, die gereserveerd waren door ons hotel in Sapa, ophalen. Het kostte even wat moeite om het juiste loket te vinden voor de kaartjes maar uiteindelijk gelukt. Ook gelijk kaartjes voor de rit naar Haiphong gekocht, waar we de 24ste naartoe gaan, om vanaf daar naar Cat Ba Island te gaan. 's Avonds een taxi naar het station genomen, en de trein ingestapt. We hadden een slaaptrein met een hokje voor 4 personen. Uiteraard paste Tom niet in het bed en ook niet onder de te kleine deken maar Yvonne gelukkig net wel. We hadden leuk gezelschap van Engelse toeristen en de rit verliep soepel. Zowaar nog even geslapen. Om 4.45 uur kwamen we aan in Lao Cai. Daar stond iemand ons op te wachten en gingen we met een minibus naar Sapa, een rit van ongeveer een uur. In Sapa was het nog veel kouder dan in Hanoi! Een trui was niet meer genoeg, onze jassen moesten uit de backpack getoverd worden... Helaas heeft onze hotelkamer geen verwarming alleen een straalkacheltje, wat onvoldoende is om de kamer warm te houden dus we waren genoodzaakt de slaapzakken erbij te pakken en onder de deken te gaan liggen. Even een paar uurtjes geslapen en 's avonds het dorpje ingegaan om ergens iets te eten. Langzamerhand gaat het wat beter met Yvonne, hoewel de kou ook niet echt helpt. Vandaag een beetje het dorpje bekeken en voor morgen een trekking geboekt voor Tom (Yvonne waagt zich er nog maar niet aan). Maandag willen we samen naar Cat Cai lopen, dat schijnt goed te doen te zijn vanaf hier. 's Avonds hebben we dan de nachttrein weer terug naar Hanoi en gaan we gelijk door naar Haiphong, vanwaar we met de boot naar Cat Ba Island gaan. Cat Ba Island (het enige bewoonde eiland in Halong Bay) schijnt prachtig te zijn en heel wat warmer dan hier dus ook daar kijken we naar uit.
Frankrijk bedankt
Na onze laatste dag in Chiang Mai die we besteed hebben aan een bezoek aan een zeer treurige mall en ‘s middags een heerlijke Thaise massage en een voetbehandeling, was het tijd om de nachtbus
richting Laos te nemen. Om 20.00 uur vertrok de bus vanaf Arcade busstation, waar we met de TukTuk heengingen, om na een vrij soepele rit om 7.30 uur aan te komen in Udon Thani, in de buurt van de
grens. Daar stond de volgende bus al klaar om ons naar Nong Khai te brengen, heel dicht bij de grens met Laos. Daar aangekomen, om 9.00 uur, weer met een TukTuk naar de feitelijke grens van
Thailand, aan het begin van de Friendship Bridge. Het uitchecken uit Thailand ging erg snel en toen stapten we in een gereedstaande minibus die ons over de brug naar de Laos grens bracht. Daar een
visum aangevraagd (en wonderwel gekregen) en vervolgens met weer een TukTuk naar het hotel in Vientiane, de hoofdstad van Laos, gebracht. Kortom, we hebben aardig wat verschillende soorten vervoer
gebruikt op onze reis naar Vientiane.
Het hotel blijkt bij aankomst alleraardigst te zijn en de kamer is vrij groot, alhoewel alles wel een beetje oud en versleten is. De mensen in het hotel waren onvriendelijk of verlegen, maar in elk
geval stil. De eerste middag hebben we gelijk de money belts in de kluis van het hotel achtergelaten. Alhoewel we de receptionist onze spullen niet in een kluis zagen leggen, gingen we er vanuit
dat het wel goed zou komen. De volgende dag, echter, hadden we wat uit de kluis nodig en toen vroegen we of we de spullen terug konden krijgen. Daarop trok de receptionist de eerste de beste
onafgesloten lade open en daarin lag de envelop met onze money belts bovenop! Geen kluis dus, dan maar zelf opbergen...
Vientiane bleek een rustige en kleine (ca. 200.000 inwoners), maar erg leuke stad te zijn. De Franse invloeden zijn nog overal merkbaar aan de straatnamen, de gebouwen en uiteraard aan het eten. Ze
hebben er de beste knapperige baguettes die we sinds lange tijd hebben gegeten. De twee hele dagen die we hadden in Vientiane hebben we besteed aan het bekijken van een paar Wats en het Nationaal
Historisch Museum. In het museum wordt pas goed duidelijk dat Laos een onderontwikkeld land is met erg weinig geld en bovendien een communistische regering. Het gebouw zelf is in zeer slechte staat
en doet je meer denken aan een ziekenhuis in de Sovjetunie dan aan een nationaal museum en de dingen die ze uitstallen zijn evenzeer treurig, om maar niet te spreken over de wijze waarop ze
uitgestald worden. Menig basisschool handarbeidproject is er aan te pas gekomen om dat mogelijk te maken. De informatie kaartjes bij de museumstukken zijn soms ronduit hilarisch, met name in het
gedeelte van het museum dat gewijd is aan de onafhankelijkheidsstrijd van Laos tegen de Amerikanen en haar bondgenoten (of andere tegenstanders van het regime). De laatste worden telkens als
‘Imperialists and their puppets' afgeschilderd. Al met al is Vientiane een prettige stad met echte brede stoepen (die ze in Thailand niet hebben), maar soms ook diepe gaten in de weg die 's avonds
bijna niet te zien zijn, oppassen dus. De laatste dag in Vientiane wag bijzonder warm, ca. 35c, en dus een mooie gelegenheid om te zwemmen. Na wat zoeken kwamen we per toeval het zwembad van de
nationale zwembond van Laos tegen. Dat was een 25 meter bad waar je voor 10.000 Kip (80 eurocent) kon zwemmen. Heerlijk. Het leven is Laos is wel wat duurder dan we eerder dachten, in vergelijking
met Thailand zeker. Zo hebben we de laatste dag in Chiang Mai voor een record laag bedrag kunnen eten, namelijk elk 3 gangen voor in totaal 86 Baht (euro 1,72). In Laos kan je dat vergeten, je kan
daar niet terecht voor onder de 3 euro. Een tegenvallertje...
Na 3 dagen Vientiane was het alweer tijd door te gaan naar Luang Prabang, wat ongeveer 380 kilometer noordelijker ligt. We hadden een VIP bus geboekt, maar die bleek in de realiteit niet heel erg
ruim te zijn. Gelukkig duurde de reis maar 9 uur. De route zelf was heel erg mooi met bijna de hele reis alleen maar groene heuvels en valleien, vandaar dat de bus niet zo hard konden rijden. Het
aantal bochten in de weg was echter ook schrikbarend hoog, die chauffeur moet wel stalen armspieren hebben om 9 uur alleen maar bochten te nemen met de bus. Respect.
Luang Prabang bleek een toeristischer bestemming te zijn dan Vientiane. Vooral na de tsunami schijnen veel toeristen die normaal naar Thailand zouden zijn gegaan naar dit gebied te zijn getrokken.
Gelukkig is het niet zo erg als andere plekken waar we geweest zijn, het is hier nog wel gezellig. Het hotel dat we hebben geboekt is mooi en knus ingericht, de kamer is zeer netjes, modern en mooi
afgewerkt. Het oude centrum van Luang Prabang is in zijn geheel een UNESCO World Heritage Site, dus dat beloofd veel goeds. We zijn van plan de stad te bekijken, naar de watervallen even buiten de
stad te gaan en ook nog wat grotten te bekijken. We zijn benieuwd...
Om de rest van onze tijd in Azie op een efficiente manier in te delen hebben we een kleine planning gemaakt van wanneer we waar willen zijn. We kwamen toen al snel tot de conclusie dat het veel
tijd zou beparen om wat meer te vliegen, in plaats van die ellenlange busritten van meer dan 12 uur. Daarom hebben we inmiddels een vlucht van Luang Prabang naar Hanoi, van Hanoi naar Da Nang en
van Pakse (in Laos) naar Siem Reap (Cambodja) geboekt. In vergelijking met de bustickets zijn de prijzen niet heel erg slecht, en bovendien kopen we er veel tijd voor waardoor we alles kunnen zien
wat we willen zien. Al met al genoeg reden voor ons. Ook hebben we alvast een hotel in Ho Chi Minh City voor de kerstdagen geboekt, je weet nooit hoe druk het dan is.
Reacties op de site zijn meer dan welkom en worden gewaardeerd, dus ga daar vooral mee door.
Met de bus en de trein heel Thailand door
's Ochtends op 30 oktober vertrokken we om 7.30 uur weer vanuit Phuket Town naar Bangkok met de VIP bus. Dit was gelukkig wel weer een 'echte' VIP bus, we hadden dus beenruimte en kregen wat kleine
snacks aan boord. Aan het eind van de ochtend stopten we ergens voor een korte break. Aangezien Thai niet zo goed zijn in Engels begrepen we de uitleg over de duur van de stop niet, dus stapten we
gewoon maar uit. Na een korte toiletstop wilden we even gaan zitten omdat Tom zich niet zo lekker voelde. Bij de plek waar we wilden gaan zitten werden we verwelkomd door een dame met de mededeling
dat ons eten in de zaal erachter voor ons klaarstond. We gingen zitten en bleken 5 soorten Thaise gerechten te krijgen die op een tafel voor ons neergezet werden. Wel een beetje spicy, maar het
smaakte goed, bovendien was het gratis(!) en daar houden wij nederlanders wel van. Na een lange, maar verder prima rit kwamen we om 19.30 uur aan in Bangkok. Omdat we geleerd hadden van onze vorige
monsterrit hadden we een overnachting in Bangkok geregeld alvorens naar Ayutthaya te gaan. Na een taxirit (gedurende welke het benzinelampje vanaf het begin brandde) kwamen we aan bij ons hostel.
De kamer bleek zeer eenvoudig en het bed was een plank met een handdoek eroverheen gespannen. Balen na zo'n lange reis! Gelukkig was het maar voor 1 nacht, want we hadden inmiddels wel genoeg van
Bangkok. Eerst gingen we nog snel even eten aan de overkant van de straat. Gedurende de maaltijd begon Tom zich steeds slechter te voelen en moest onverhoopt terug naar de kamer. Gelukkig bleek
alles de volgende dag weer prima in orde te zijn met Tom.
De dag erna vertrokken we om 08.00 uur met de taxi naar het Centraal Station om van daaruit een 3de klas trein naar Ayuttaya te boeken (15 baht per persoon voor een reis van 2 uur). Eerst even
ontbeten en toen 30 minuten voor vertrek naar de trein, die tegen onze verwachting in al helemaal vol bleek te zitten. We moesten dus staan! Het volgende station zouden er wellicht mensen
uitstappen, dachten we nog. Helaas bleek dat niet zo te zijn en hebben we de hele reis naar Ayutthaya gestaan. Zeer vermoeiend en warm. En wat een drukte, meer mensen in 1 trein dan je voor
mogelijk zou houden en dan ook nog mensen die de hele tijd heen en weer liepen om eten en drinken te verkopen. Maar goed, na 2 uur kwamen we dan toch echt aan in Ayuthhaya. Daar gelijk een
treinkaartje naar Chiang Mai geboekt voor 2 dagen later, toen met de TukTuk naar ons hostel. Het hostel was mooi aan de rivier gelegen. De kamer was eenvoudig maar voldoende, het restaurant direct
aan het water bleek zeer goed. De rest van de dag hebben we wat rondgelopen bij Wat Phra Ram (zie foto) en in het park.
De tweede dag in Ayutthaya, wat trouwens vergeleken met Bangkok heerlijk rustig is, stond in het teken van het bezoeken van de belangrijkste tempels en ruines. Zo hebben we de Grand Palace, Wat
Phra Si Sanphet, Wat Maha That etc bezocht. De meesten hiervan zijn trouwens meer ruine dan tempel, maar desondanks mooi om te zien. Aan het begin van de middag zijn we voor de tweede keer naar een
fantastisch lekkere ijszaak gegaan om daar een chocolade-fondue voor 2 personen te eten. 9 heerlijke bollen ijs, slagroom, brownies en fruit die we in de gesmolten chocolade konden dopen. Perfect!
Wel gelijk genoeg voor een lunch. Aan het einde van de middag nog naar Wat Yai Chaimongkhon geweest en 's avonds voor de tweede maal bij de hostel gegeten.
Op 2 november vertrokken we weer uit Ayutthaya in de richting van Chiang Mai. De trein vertrok, 30 minuten te laat, om 10.00 uur voor een rit van (alweer) 11 uur naar Chiang Mai. We bleken best
goede plekken te hebben met voldoende beenruimte (ja, deze keer hadden we gecheckt of we vaste plaatsen hadden, je leert elke dag weer wat bij). Omstreeks het middaguur kregen we zelfs een
opgewarmde Thaise maaltijd aangeboden: best lekker. Het eerste deel van de reis verliep heel snel en goed, mede omdat een hoop mensen vrij snel alweer uitstapten waardoor wij lekker de ruimte
hadden. Het tweede deel van de reis, echter, ging een stuk langzamer. We reden minder hard en stopten vaker en langer. Om 21.15 uur kwamen we aan in Chiang Mai, waar we met onze neus in de boter
vielen aangezien er net het sky lantern festival aan de gang was. Gezellig! Betekende wel dat een deel van het centrum afgezet was voor verkeer en dat onze tuktuk er dus ongeveer een half uur over
deed om bij ons hostel te komen maar who cares? Het hostel was fantastisch, meer een hotel eigenlijk met zwembad, gratis internet en ontbijt en een ruime kamer ontbijt en internet en een ruime
kamer met koelkast, tv en badkamer. We zouden 4 nachten blijven dus het was een goede keuze geweest! Maar snel iets gegeten, even naar huis gebeld en toen slapen! Van al dat reizen word je moe...
De volgende dag Chiang Mai verkend, wat een leuke stad! Een stuk minder toeristisch dan het zuiden van Thailand, vriendelijke mensen, leuke restaurantjes, cafe's en een goede sfeer. Ook de
temperatuur is heel wat beter, niet zo drukkend warm. Bij een tweedehands boekwinkeltje wat boeken geruild, onze oude boeken kochten ze voor een euro per stuk en de nieuwe kosten ongeveer 3 euro.
Ook nog heerlijk gezwommen in het zwembad bij het hostel, verfrissend! 's Avonds de lokale specialiteit gegeten: KhaoSoi (of zoiets, overal wordt het anders gespeld). Het is een curry en de smaak
komt in de buurt van onze kerrie. Heel erg lekker. Aangezien de thaise gerechten zo lekker zijn wilden we zelf wel eens leren hoe dat gemaakt wordt. De volgende dag hadden we dan ook een
dagvullende (en maagvullende) kookcursus. Onwijs leuk, eerst gingen we naar de lokale markt om de producten te kopen en er werd van alles over verteld. Vervolgens kregen we wat fruit (dragonfruit,
mango, honeypear) en begonnen we aan ons eerste gerecht van de dag: pad thai. Heel eenvoudig klaar te maken eigenljk, je moet even goed de volgorde in je hoofd hebben. Even de groenten aan de kant
van de wok schuiven, wat olie in de pan en een ei breken, gauw mengen met de rest van het gerecht, dan weer alles aan de kant, water in de wok, noodles erin, wachten tot die zacht zijn en het water
hebben opgenomen en dan alles weer mengen. Daarna natuurlijk zelf opeten, smullen! Toen nog een aantal gerechtjes gemaakt: groene en rode curry, tom yam (hot and sour soup) met garnalen,
springrolls (leuk om te doen!) en een toetje: Yvonne maakte waterkastagnes in grenadine geweekt, daarna in de bloem gerold en in water gekookt waardoor het een jellylaagje krijgt. Dit eet je
vervolgens met kokosmelk met palmsuiker en ijsblokjes. Apart maar lekker! Tom maakte fried banana's met aarbeienijs, ook erg lekker. Een geslaagde dag, maar we zaten wel vol! De volgende dag alweer
vroeg op om aan een excursie te beginnen. We werden opgehaald bij het hostel en reden ongeveer anderhalf uur in een minbusje met een aantal anderen richting de forest. Na een korte, onnodige stop
bij een orchideenfarm door naar de volgende stop. Daar begonnen we met white water rafting. Niet zo spectaculair als op de Zambezi volgens Tom maar toch erg leuk. Daarna gingen we op een olifant
rijden. Moet je ook een keer gedaan hebben. Helaas waren de mensen daar niet zo vriendelijk voor de olifanten (en wij helpen daar ook niet echt bij door erop te gaan zitten). Wel mooie omgeving.
Toen was het lunchtijd en daarna maakten we een ritje op een bamboevlot. Beetje saai en onze schoenen waren doorweekt. Wat wel grappig was is dat onze gids in het water viel toen hij het vlot naar
de kant probeerde te trekken. Toen bezochten we een hilltribe en maakten we nog en wandeling door de bergen, waarbij het soms erg steil en glad was! Niet echt bevordelijk voor Yvonne's hoogtevrees.
We kwamen uit bij een mooie waterval waar we mochten zwemmen.Daarna was het tijd om terug te gaan. Al met al een leuke dag. Aan het eind van de middag nog naar het busstation gegaan voor
buskaartjes naar Udon Thani. Vanaf daar willen we de grens over naar Laos, Vientiane. Na alle horrorverhalen over de reis van Chiang Mai naar Luang Prabang, ons eerste plan, besloten we dat niet te
doen. Het zou 3 dagen kosten omdat je een groot deel met de boot moet doen, die erg langzaam is en waar erg veel mensen op kunnen (meer mensen dan stoelen). Vientiane in 1 dag met bus, tuktuk, taxi
en nog een busleek ons een betere optie. Die avond nognaar de night market gelopen, waar je bonnetjes moet kopen en vervolgens bij allerlei stalletjes eten en drinken kan halen met die bonnetjes.
Wederom heerlijk gegeten voor belachelijk weinig. We hebben ook een stalletje met een leuk oud vrouwtje gevonden die de beste springrolls ooit verkoopt, voor 10 baht per stuk (20 eurocent).
Heerlijk! Op de nightmarket heeft Tom nog een t-shirt gekocht, leuke prints hebben ze daar. Vandaag een aantal tempels bezocht en het Chiang Mai arts and cultural centre. Morgen gaan we Thailand
alweer verlaten! Het is tijd voor Laos. Het blijkt wat moeilijker te zijn om daar een hostel online te boeken, je merkt aan alles dat het minder toeristisch is. We zijn benieuwd!
Wij hebben het ook niet makkelijk...
De laatste dagen op Koh Chang waren erg lekker, maar we hadden ook wel weer even genoeg gehad van het eilandje. Na een lange tijd zoeken hadden we een geschikte plek op Koh Phi Phi gevonden om te overnachten, Andaman Beach Resort. We hebben daar een deluxe kamer met airco geboekt. Ze hebben een zwembad en het is vlak bij de zee, dus dat klinkt allemaal erg leuk. Helaas is Phi Phi redelijk duur, dus het is wel een investering gebleken. Voor het goede doel zullen we dan maar zeggen.
We werden de 23ste om 7.00 uur bij Phuket Backpacker opgehaald door een minibusje om naar de ferry gebracht te worden. Ook deze ferry was erg traag, maar goed het was nog vroeg. Om een uur of 10.00 aangekomen op het vaste land en toen in hetzelfde minibusje naar een soort verzamelpunt alwaar de VIP bus richting Bangkok klaarstond. Eerst nog 1,5 uur wachten en toen gingen we weg. We hadden best goede plaatsen met beenruimte, maar deze keer geen eten en drinken in de bus gekregen. Onderweg zijn we nog gestopt om wat te eten en naar de WC te gaan. Om 17.00 kwamen we dan eindelijk aan in Bangkok in een zeer drukke backpackers straat. Een dik uur later zou een andere bus ons naar Phuket brengen. Dus eerst maar even gegeten. Om 18.00 werden we opgehaald door een ventje en werden we met een groep anderen door een aantal nauwe straatjes en zelfs een boxschool(!) naar weer een ander verzamelpunt gebracht. Weer 30 minuten wachten en toen kwam de bus eindelijk. Vervolgens vertrokken we op een reis van, op papier, 12 uur naar Phuket. Vlak voor middernacht gestopt om wat te eten en toen doorgereden. Slapen was er niet echt bij, in de bus is dat toch niet comfortabel. Nachtje overslaan dan maar... Aan het begin van de ochtend kwamen we aan in Surat Thani, alwaar we van bus zouden moeten wisselen (dat wisten we niet vantevoren). Maar niet voordat we met een minibusje van de ene naar de andere verzamelplaats waren gebracht en weer 45 minuten gewacht hadden. Yvonne kon als laatste in een busje naar de verzamelplaats mee, en Tom kwam in de volgende. Deze gingen echter niet naar dezelfde verzamelplek, en dus moesten we weer op zoek naar elkaar. Het bleek dat we 200 meter uit elkaar in een ander kantoortje moesten wachten. Tom is toen maar naar Yvonne gelopen, aangezien bij haar kantoor de bus kwam. Dat bleek een zeer gammele en krappe bus te zijn met een versnellingsbak die zijn langste tijd had gehad en die de chauffeur telkens met veel geweld in een andere versnelling moest zetten. Na een tijdje rijden bleek deze bus werkelijk overal te stoppen en mensen op te pikken. Na een uur mensen ophalen en rondrijden keerde hij de bus om met de mededeling dat de versnellingsbak kapot was en we op en andere bus moesten overstappen. We werden naar het busstation gebracht en moesten daar weer een uur wachten op en andere bus die al heel vol bleek te zitten. Wij hadden nog net twee zitplekken geregeld (15 anderen moesten staan!), maar Tom had niet genoeg ruimte voor zijn benen. Met een reis van 4 uur naar Phuket voor de boeg allerminst een fijne gedachte. De nieuwe bus was wel goed, maar ook die stopte weer overal voor iedereen, zodat we pas na 15.00 aankwamen op het busstation van Phuket Town, in plaats van om 11.00 zoals ons verzekerd was. Uiteraard waren we inmiddels, na 32 uur onderweg, heel erg moe en plakkerig. Vanaf het busstation was het nog 20 minuten lopen met onze te zware tassen in de hitte van Thailand (voor de zoveelste keer een bezweet shirt en druppende haren), maar toen waren we er eindelijk. De kamer in Phuket Backpacker bleek netjes en had gelukkig airco. Helaas moesten we weer douchen in de toiletruimte, maar dat ging wel beter dan in Bangkok. Na aankomst lekker chillen en ergens voor 2,5 euro avond gegeten en daarna snel naar bed.
Na een lekker lange nacht de volgende dag gecontstateerd dat het plaatselijke vegetarische festival in onze straat neergestreken was. De hele dag enorm druk en ’s avonds drommen mensen (zie foto). Heel erg leuk, lekker eten maar wel een beetje te druk. De prijs voor het eten maakte veel goed aangezien we een keer twee hoofdgerechten en 2 drankjes voor 100 Baht (2 euro) hebben gekregen. Onze dagen in Phuket Town besteedde we aan boeken ruilen en kopen (de oude waren allemaal alweer uitgelezen) de stad verkennen, eten, internet, chillen en naar het postkantoor gaan om te kijken of we wat overtollige kleren naar huis konden sturen. Verder hebben we een ferry kaartje en vervoer naar Koh Phi Phi geregeld, waar we de 26ste naartoe zouden gaan.
Op de 26ste zouden we om 7.45 opgehaald worden door een taxi, maar de receptie wekte ons al om 7.00 met de mededeling dat de taxi er al was en we snel mee moesten gaan. Gelukkig hadden we de tassen al ingepakt, en dus konden we snel mee de taxi in. Onze grote tas hadden we niet mee maar opgeslagen in Phuket Backkpacker waar we na Phi Phi ook weer terug zouden komen. Snel de taxi in, een paar anderen opgehaald en toen 45 minuten te vroeg (vanwaar al die haast ’s ochtends???) bij de pier aangekomen waar de ferry al klaar lag. Ferry-tochtje duurde 1,5 uur en toen kwamen we op het jaw-dropping (volgens lonely planet, wij zijn natuurlijk reeds verwend met de mooiste uitzichten) Koh Phi Phi, waar een gedeelte van de film ‘ the Beach’ (weet je nog?) is opgenomen. Er stond al een mannetje klaar om ons naar het hotel te brengen. Wat een mooie kamer kregen we zeg! Helemaal nieuw leek het wel, met een regendouche (die willen we thuis ook!) en een kingsize bed en een mooie inrichting. Je kon zelfs handdoeken pakken voor bij het zwembad en het strand. Het zouden duidelijk 3 luxe dagen voor ons backpackertjes worden. Aangezien we al vrij vroeg waren aangekomen hadden we nog de hele dag in het vooruitzicht. Eerst dus maar even brunchen en toen zwemmen en zonnen (wat een zwaar leven). De laatste restjes van de horror-rit van Koh Chang naar Phuket verdwenen met deze ultieme relaxmomenten. Overal werden thaise massages aangeboden (en er zijn honderden manieren om dit te spellen en uit te spreken hebben we gemerkt, net zoals tatoeages wel body jewwerry genoemd worden) maar we konden werkelijk niet relaxter worden dan we al waren dus een verspilling van het geld toch? Yvonne’s slippers hadden hun beste tijd wel gehad en vielen letterlijk uit elkaar dus maar nieuwe slippers gekocht. En ook maar een ‘echt’ Billabong broekje, wat wel handig is voor naar het strand e.d. (en niet onbelangrijk: niks weegt!). De rest van de dag wat op het eiland rondgelopen, we merkten wel dat het ontzettend toeristisch is, nog erger dan Phuket in onze ogen. Wel zonde van zo’n prachtig eiland. We besloten de tweede dag niks bijzonders te doen (zwemmen, lezen, eten, zwemmen, stukkie lopen) en de derde dag een sunset trip te boeken waar een bezoek aan monkey beach, maya beach, eten, drinken en snorkelbenodigdheden bij inbegrepen zaten. We begonnen de dag met ‘even lopen naar het viewpoint’. We dachten: dat zal wel meevallen. WRONG! Na de eerste steile helling kwam de tweede en toen hield het niet meer op. Hadden we nou toch maar water meegenomen. Nou ja, we zijn nu zo ver, laten we maar naar de top gaan. Gelukkig was daar een mogelijkheid om water te kopen, aangezien er weer aardig wat litertjes zweet ons lichaam had verlaten (daar is een uurtje spinnen niks bij...) Maar... wel een prachtig uitzicht vanaf de top over een groot deel van Koh Phi Phi. Gelukkig de moeite waard. Terug was wat minder zwaar (maar niet minder zweten) doordat het bergafwaarts was.
’s Middags de boottocht. Na wat onduidelijkheid waar we moesten verzamelen (informatie geven is niet de sterkste kant van de Thai) op tijd de pier bereikt en aan boord gegaan. Het was absoluut een leuke tocht maar helaas hadden we niet veel geluk met het weer waardoor de sunset niet te zien was. Wel hebben we aapjes geaaid (nou ja niet letterlijk dan maar we kwamen wel dichtbij) op Monkey beach. Om iets verder op Maya Beach te komen moesten we eerst een stukkie zwemmen van de boot naar het eiland, toen via de trap of door de grot (zoals je op de foto kunt zien) en dan kwam je vanzelf op het prachtige Maya Beach. Helaas begon het te regenen maar desalniettemin lekker gezwommen en toen terug naar de andere kant om te snorkelen. Iets gedateerde snorkelspullen maar het deed z’n werk. Veel mooie en aparte vissen gezien en heel dichtbij gezwommen, ze zijn aan de mensen gewend lijkt wel. Terug op de boot lekker gegeten: rijst, curry met kip (met ‘niet heet’ bedoelen ze hier: maar 3 rode pepers die in grote stukken in de curry drijven, maar het ging nog net), groenten en fruit. Terug naar Phi Phi Don en ons hotel, waar we alweer de laatste avond begonnen.
De volgende morgen nog even ontbijten en toen alweer richting de pier voor de oversteek naar Phuket. Dat ging vrij soepel en om een uur of 12.00 stonden we weer bij ‘onze’ backpackers waar we onze tas weer vonden. We hadden bedacht dat we beter een keer een grote supermarkt konden zoeken in plaats van die eeuwige 7 eleven, en dus vroegen we waar de dichtsbijzijnde was. De vrouw van het hostel wees het aan op de kaart en het leek zo dichtbij. Dat gaan we wel even lopen... Uiteraard (we hadden het kunnen weten) was het verder dan we dachten en in het eerder vermelde haardrogerklimaat betekent dat wederom: zweten!! In de supermarkt zelf was het trouwens wel weer subzero koud, een vreemde overgang. Die thai moeten toch wel vaak ziek worden van die extreme overgangen zou je denken. Na ons bezoek aan de supermarkt maar eens goed onze tassen bekeken en tot de conclusie gekomen dat we graag wat kilootjes bagage kwijt zouden willen zijn. Bij het postkantoor hadden we al eerder geinformeerd en de prijzen van opsturen vielen erg mee dus hebben we uiteindelijk 10 kilo teruggestuurd! Dus pa en ma (Maas), over 3 maanden komt er een enorm pakket jullie kant op! Letterlijk een last van onze schouders.
Morgen vertrekken we richting Bangkok met de bus, daarna gaan we naar Ayutthaya en vervolgens naar Chiang Mai.
De Farang met hun verkeerde Koh Chang…
We zijn begonnen aan het tweede deel van onze reis: Azie!! Een cultuurshock is wat overdreven maar er zijn zeker veel verschillen te bemerken.
Eerst nog even terug naar Nairobi. Daar eindigde onze georganiseerde reis en verbleven we nog 3 dagen. We hebben niet heel veel gedaan behalve dan ons bezoek aan het olifantenweeshuis. Nairobi is vooral een hele drukke, lawaaiige stad vol verkeer. Als voetganger moet je regelmatig je leven op het spel zetten om over te steken. Rood licht wordt hier als donkergroen gezien door de automobilisten.
Het internet was belachelijk goedkoop, ongeveer 40 cent per uur, dus daar hebben we veel tijd aan besteed (mede doordat het internet ook belachelijk traag was…). Verder op bed gehangen, tv gekeken (was ook lang geleden) en onze was laten doen. Dat bleek lastiger dan gedacht, onze was kwam exclusief 2 handdoeken en een t-shirt terug. De handdoeken konden nog gevonden worden, het t-shirt van Tom helaas niet meer. Na heel wat heen en weer gepraat, tussenkomst van zowel de manager van de wasserette als de manager van het hotel en 20 telefoontjes (hij bleef maar uitvallen, of hing hij elke keer op?) boden ze aan om ons een vergoeding te geven van… 500 shilling. Dat is ongeveer 5 euro. ‘Daar kan ik nog geen lolly van kopen ‘ zei Tom. Toen verhoogden ze hun bod tot 1000 shilling. Nou ja, we moesten het er maar mee doen. We kregen nog wel even de rekening van de was, waar het missende shirt ook nog op stond. Onze hollandse logica vertelde ons dat dit een foutje moest zijn geweest, maar nee, daar begon de volgende discussie alweer. Ze konden de bon niet meer veranderen en we waren toch al gecompenseerd bla bla bla (we hebben het hier over een hele euro!! Als manager van het hotel zou je toch zorgen dat het in orde kwam zou je denken). Principieel als we zijn waagden we er nog 5 minuten aan en besloten toen toch maar te betalen. Wat een arremoe.
Wat dit akkefietje overigens ruimschoots goedmaakte was het overheerlijke eten in het restaurant van het hotel! De eetzaal zag er treurig uit maar het eten was heerlijk! Lekkere Indiase curries met garlic naan, wat een feest.
16 oktober was onze vlucht gepland van Nairobi via Doha naar Bangkok met Qatar Airways. Vantevoren maakten we ons nog wel wat zorgen over de tassen aangezien er maar 45 minuten(!) tussen beide vluchten zat. Daarom hadden we maar alvast wat noodrantsoenen in onze handbagage gedaan. Maar dat bleek onterecht: een geoliede machine. Beide vluchten verliepen meer dan goed en de transfer tussen de twee zelfs perfect: snel en soepel. Voor we boe of bah konden zeggen zaten we alweer in het tweede vliegtuig, dat overigens van het beste personal entertainment systeem dat we ooit hebben gezien voorzien was. Zodoende kwamen we de volgende dag om 7.30 aan in Bangkok. Ook daar bleken ze al vaker toeristen over de vloer gehad te hebben, want alles stond prima aangegeven. De taxi bracht ons voor 4 euro naar ons YHA hostel aan Silom road. Helaas bleek onze kamer nog niet klaar zodat we eerst nog een paar uur in het benauwde bangkok moesten doorbrengen, en dat terwijl we enorm moe waren van de overgeslagen nacht. Maar om een uur of 13.00 konden we de kamer op. Nou ja kamer, hokje. De WC ruimte deed tevens dienst als douche (maar was even groot als een normale WC ruimte) en de kamer bood slechts 1 raam met drie blinde muren waaraan nog geen poster hing. Niet echt een plek om lang te verblijven dus. Maar goed, we kwamen dan ook niet voor een luxe kamer maar om de stad te bekijken.
De eerste dag hebben we alleen over Silom road gelopen en ’s avonds lekker gegeten in een thais tentje met TL-balken en lage prijzen (1,5 euro voor hoofdgerecht). De volgende dag zijn we met de Skytrain naar het busstation voor kaartjes richting Koh Chang en naar een grote mall gegaan aan Siam Square, alwaar we eerst gratis op internet hebben gezeten bij de Apple store om een hostel op Koh Chang te boeken. En wat een winkelcentrum is het Paragon: in de kelder zit een aquarium (zoiets als Ocean World), op de tweede etage zitten autodealers als Lamborghini en Porsche en op de vijfde etage zitten 4 bioscopen en een bowlingbaan met karaoke faciliteiten! Dat is het betere werk. Na onze ogen uit gekeken te hebben stapten we van de koude airco weer terug op straat in het haardrogerklimaat van Bangkok. Zweten dus! Nog even op internet gekeken in het hostel voor wat we na Koh Chang zouden gaan doen. Maar wat schetste onze verbazing op 1 van de sites die we bekeken: er zijn twee Koh Changs in Thailand! SLIK (wij zijn dus echte farang, onwetende westerlingen). Visioenen van verkeerde bustickets en onterecht geboekte hostels trokken aan onze ogen voorbij. Snel even op de kaart gekeken en ja hoor, de Koh Chang waar we naartoe dachten te gaan lag aan de westkust en de Koh Chang waar we daadwerkelijk naartoe zouden gaan lag aan de zuidoost kust bij Cambodja. Even de beide boekingen op elkaar afstemmend bleken we gelukkig wel beide verkeerd geboekt te hebben. Een opluchting. Flexibel als we zijn maar besloten alles zo te laten en een ‘kleine’ omweg (van 10 uur retour) opweg naar Phi Phi te incasseren.
De laatste hele dag in Bangkok hebben we besteed aan het bekijken van een paar tempels (zie foto’s). We gingen met de taxi-boot eerst naar Wat Pho, de grootste tempel van Bangkok en de plek waar de reclining buddha te vinden is. Een prachtige tempel, alhoewel het heel erg warm was. Ook nog naar de Grand Palace en de Golden Mountain gelopen, ook mooi. Onderweg van de ene Wat naar de andere werden we regelmatig lastiggevallen door sjacheraars. Vreemden die je ongevraagd advies geven, opdringerig zijn en je uiteindelijk alleen maar een ritje met een TukTuk willen aansmeren. Vermoeiend. Aan het einde van de dag terug naar de hostel en vroeg naar bed omdat de bus naar Koh Chang om 9.45 zou vertrekken.
De volgende dag met onze volledige bepakking met de Skytrain naar Ekkamai busstation om direct in de klaarstaande bus te kunnen stappen. Vergeleken met Marvin zeer luxe, airco en beenruimte. We gingen prima op tijd, kregen zelfs water en koekjes (en dat allemaal voor 5 euro) en werden 5 uur later keurig op de pier richting Koh Chang afgezet. Daar een kaartje gescoord en eindelijk met de intens trage ferry om 16.00 uur aangekomen. Op Koh Chang werden we opgewacht door een pickup met twee bankjes achterin en de koffers konden op het dak. Voor Tom was geen zitplek meer, dus hij mocht achterop staan. In elk geval lekker koel. Om een uur of 17.00 kwamen we dan aan bij The Sunflower Bungalows en bleken een nette en mooie bungalow te hebben. Het strand is 5 minuten lopen over een kruipdoor-sluipdoor weggetje langs de kust. Fantastisch! En wat een uitzicht met zonsondergang. De sfeer is daarnaast relaxed en het leuke Tree House restaurant (half in de zee gebouwd) bleek een goede voor het avondeten te zijn. Je zit aan een lage tafel op een kussentje op de grond te eten, van het uitzicht te genieten (de fruitshakes zijn trouwens ook erg vers en lekker) en rustige muziek te luisteren. Al met al zalig.
De volgende dag aan het strand gelegen en een buskaartje naar Phuket geregeld, dat wordt wel een heel lange reis van meer dan 24 uur. Vanaf Phuket willen we een paar dagen naar Koh Phi Phi en dan naar het noorden. Maar zover is het nog niet. Eerst nog maar genieten van zon, zee en strand...
Karibu sana Zanzibar!
Zoals beloofd een nieuwe entry over onze verdere avonturen op Zanzibar en in de Serengeti.
De volgende ochtend na onze monsterrit richting Dar es Salaam vertrokken we om 06.00 om de ferry richting het centrum van Dar te pakken. Deze maal gelukkig een stuk rustigere aangelegenheid. Aangekomen in het centrum eerst wat dollars gewisseld voor de trip naar de Serengeti en toen met de ferry van 10.30 naar Zanzibar! Daar kwamen we om 12.30 aan en gingen eerst lunchen in Mercury's Bar (vernoemd naar Freddy Mercury die 8 jaar op Zanzibar gewoond heeft). Na een goede lunch werden we door een lokale reisorganisatie, de overheid van Zanzibar staat het buitenlanders nl. niet toe als gids voor toeristen op te treden, naar hotel Shangani in Stone Town te brengen. Onze kamer bleek een airco een eigen badkamer(!) en een hemelbed te hebben. Heerlijk weer eens een echt bed na al die campsites. 's Middags in het hotel op internet geweest en een kleine wandeling gemaakt door de nauwe, drukke en arme straatjes van Stone Town. Ook hier een hoop armoede, treurigheid en mannetjes die allerlei troep proberen te verkopen onder het motto van: 'give me some business man!'. Dat hebben we natuurlijk niet gedaan. Aan het begin van de avond afgesproken in de Africa House om de zon onder te zien gaan in de oceaan, prachtig! Eerst dachten we nog daar te eten, maar het menu bleek veel te beperkt te zijn. Dus dan maar naar een ander restaurant, Mansoon. Daar lekker King Fish (Tom) en Tonijn (Yvonne) gegeten.
De volgende dag werden we na het ontbijt, dat een uur duurde omdat de obers langzaam en niet al te snugger waren, opgehaal voor een SpiceTour en tevens zouden we Stone Town verruilen voor Nungwi, dat aan de noordkust ligt. De Spice Tour bleek niet meer in te houden dan dat we gedurende 2 uur op een ‘farm' rondgeleid worden alwaar we allerlei spices mochten bekijken en proeven. Onderwijl vlochten twee jongens halskettingen, stropdassen, mandjes en kroontjes voor ons om aan te trekken en op te zetten (we waren niet de eerste toeristen hier). Aan het eind van de redelijk saaie tour fruit gegeten en naar de onvermijdelijke shop gebracht.Toch nog wat Pilau kruiden voor de rijst gekocht. Gelukkig was het daarna tijd om door tegaan naar Nungwi. Daar werder we bij Amaan Bungalows ondergebracht, waar we een eigen kamer met 2 twijfelaars en een badkamer hadden. Wat een schitterende ligging had ons parkje.Vanuit de bar/ restraurant keek je uit over een fanastisch mooi blauwe en turqoise oceaan met dobberende vissersbootjes. Wat een fantastisch mooi uitzicht! Na de (slechte) lunch hard onderhandeld over onze activiteit voor de volgende dag: snorkelen. Verder gezwommen en gechilled en 's avonds op het strand vis gegeten. De meer dan verse vis lag uitgestald op een tafel naast de BBQ, zodat je kon uitkiezen welke je wilde. Tom ging voor de tonijn en yvonne voor de red snapper. Beiden waren we heerlijk.
De volgende dag werden we om 08.00 bij het dive center verwacht van waar we vertrokken richting onze snorkel locatie: het Mnemba atol. Dat was toch nog 1,5 uur varen in een traditioneel houten boot. Niet misselijk geworden. Maar wat een uitzichten onderweg, prachtige kleuren en zelfs een paar dolfijnen langs de boot! Aangekomen bij Mnemba atol, waar je tegen een prijs van USD 800 aan land mag gaan (niet gedaan!), in twee aparte sessies gesnorkeld. Prachtige tropische vissen, slangen, zee-komkommers, etc. gezien in het kristal heldere water. Tussen het snorkelen door en op de terugweg wat te eten gekregen. In de loop van de middag weer terug op land en de rest van de middag niets gedaan. 's Avonds weer bij hetzelfde tentje op het strand gegeten, deze keer Dorade (Tom), Tonijn (Yvonne) en Jack Fish (Tom).Wederom fantastisch en vers.
Daarna was de dag van ons vertrek van Zanzibar alweer aangekomen.'s Ochtend niets kunnen doen door een stroomstoring.Om 12.00 uur werden we teruggebracht naar Stone Town alwaar we om 16.30 (met meer dan 1 uur vertraging) de ferry terug naar Dar namen. In Dar werder we door Obrian opgehaald en via de lokale ferry weer naar de campsite gebracht. Het mooie Zanzibar avontuur lag dus al weer achter ons, maar het was mooi geweest. De volgende dag zouden we weer een lange rit richting Arusha moeten maken. De langste tot nu toe. Om half 6 vertrokken we, om's avonds na 19.00 uur aan te komen. Daar kregen we een briefing over de Serengeti tour die de volgende dag zou starten. Na onze laatste US dollars achtergelaten te hebben (duur tripje!) gingen we maar gauw slapen om uitgerust te kunnen beginnen aan de tour. Met een verlengde landrover werden we opgepikt en was het een paar uurtjes rijden, met een stop bij een uitkijkpunt over de Ngorongoro crater waar we wat foto's konden maken. Omdat je maar toegang krijgt voor 24 uur, gingen we om 15.00 uur het park binnen, om die dag een gamedrive te kunnen doen in de middag en de volgende dag in de ochtend nog tijd hadden voor nog een gamedrive. Wat een mooi park zeg! Heel veel dieren gezien van dichtbij, sommige leeuwen kwamen wel een beetje gevaarlijk dichtbij! Verder hadden we veel geluk met de luipaarden, we hebben er wel 4 gezien, wat een mooie beesten zeg. Daarnaast ook nog een cheetah gespot. We hebben nog een paar leeuwen gezien die een aanval voorbereidden op een buffel en vervolgens een poging waagden maar dit mislukte. De buffel was te snel. Gebeurde allemaal op een paar meter afstand van de auto.Hier hebben we een filmpje van, we proberen dat wel een keer op de website te zetten. Kortom: gratis Animal Planet hier!
's Avonds op de camping lekker gegeten, er was speciaal een kok meegereden dus we hoefden even niks zelf te doen, zelfs de tent werd voor ons opgezet. De volgende dag dus nog een ochtend-gamedrive en toen richting de Ngorongoro crater, waar we aan de rand zouden camperen, om de dag erna de crater af te dalen om nog meer dieren te zien! In het kamp wachtte ons een leuke verrassing: een olifant kwam het kamp binnen om water te drinken uit een tank! Dat was wel erg dichtbij... Schijnen ze vaker te doen. En inderdaad: toen we 's nachts naar de wc moesten was er wederom een olifant in het kamp. Net voor de toiletblokken, dus dan maar in de bosjes plassen. ‘Don't push your luck' zullen we maar zeggen. De crater was ook erg mooi, wederom vele dieren gezien, alleen de neushoorn nog niet. De big 5 is nog niet compleet dus (maar gelukkig zouden we die later in Nairobi wel zien). In de middag terug in Arusha aangekomen om de laatste nacht in Tanzania op dezelfde camping door te brengen. De dag erna was alleen bedoeld voor de rit naar Nairobi en met een grensovergang duurt dat meestal wel lang. Bovendienwas het weer een legedarisch slechte weg dus moetsten we maar hopen datMarvin het zou houden.In Tanzania hadden we nog een ‘afscheidsmaal' en de laatste nacht in een tent. We zijn erg blij met onze boeking in een hotel in Nairobi, na 6 weken in een tent!Werkelijk al onze kleren zijn vies en de slaapzak ruikt ook al niet meer zo lekker...
Inmiddels dus in Nairobi aangekomen en een beetje rondgekeken. Gisteren zijn we naar een soort weeshuis voor kleine olifanten en neushoorns gegaan, echt superschattig! Ze blijven in dat park totdat ze weer sterk genoeg zijn om terug te gaan naar het wild. Ze kregen melk uit een fles en ze konden lekker even rollen in de modder. Pumba kwam ook nog even langs, grappige beesten zijn dat! Verder een beetje rondgehangen in de stad,boodschappen gedaan en een poging op internet gedaan. Dat was zou supertraag! Vandaag is de verbinding gelukkig veel sneller. Maar ja, voor 40 cent per uur mag je ook niet klagen!
Het was ook weer tijd voor afscheid van onze mederezigers: we gaan ze missen! Alleen Elena en Chris zijn er vandaag nog, de rest is al weg. Voor ons is het nog 1 dagje Nairobi en dan is het alweer tijd voor Azie! We hebben inmiddels ingecheckt voor de vlucht naar Bangkok (via Doha) met Qatar Airways. Een volgend bericht zal dus uit Thailand komen!